3. In de daarvoor bestemde vergrendelingspositie
vergrendelt de ladderstaander [C-1] zelfstandig.
De vergrendelingsbouten van de versteleenheid
[G] vergrendelen zelfstandig en hoorbaar in de
daarvoor bestemde opening
4. De achterste staander [C-2] op dezelfde wijze
uitschuiven en in dezelfde vergrendelingspositie
laten vergrendelen.
Ladder alleen beklimmen als de treden veilig
vergrendeld zijn. De vergrendelingsindicaties [H-1]
"GROEN" moeten volledig zichtbaar zijn.
6.6 Trapverstelling
De staladder kan ook met een trapverstelling
worden gebruikt.
De uitschuifbare voorste staander [C-1] bevindt
zich daarbij in een andere vergrendelingspositie
dan de uitschuifbare achterste staander [C-2].
Maximale verstelmogelijkheid:
2 treden, komt overeen met ca. 0,44 m.
6.7 Opbergen
Na het gebruik beide uitschuifbare ladderstaan-
ders [C] volledig inschuiven
(zie 6.5 Staladder in de hoogte verstellen).
De treden moeten veilig vergrendeld en de vergrende-
lingsindicatie "GROEN" moet volledig zichtbaar zijn.
De staladder heeft een platformvergrendeling.
Om te ontgrendelen de ontgrendelingsknop [F-1]
omlaag drukken, het platform [F] daarbij omhoog
duwen en de ladder geheel inklappen.
WAARSCHUWING
Gevaar van letsel!
Bij het hanteren van de ladder bestaat letselrisico
op plaatsen met beknellings-en afknijpgevaar.
Bij het inschuiven van de ladderstaanders daarom
altijd op de positie en plaatsing van de handen letten!
6.5
6.6
6.7
nl
95