Truma B 10 Instrucciones De Montaje página 15

Ocultar thumbs Ver también para B 10:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
Truma-Boiler
B 10, B 14
Waterverwarmer op
vloeibaar gas
(speciale uitvoering
BN 10, BN 14 met
aanvullende elektrische
verwarming)
Inbouwhandleiding
Inbouw en reparatie van
het apparaat mogen alleen
door een vakbekwaam
monteur worden uitge-
voerd. Voor begin van de
werkzaamheden moet eerst
deze inbouwhandleiding
zorgvuldig worden doorgeno-
men. De inhoud ervan dient
strikt te worden nageleefd!
Gebruiksdoel
Deze boiler is gemaakt voor
inbouw in caravans, campers
en andere aanhangers. In-
bouw in boten is niet toege-
staan. Andere gebruiksdoel-
einden zijn alleen na overleg
met Truma mogelijk.
Opmerking in verband met
boten: voor de inbouw in bo-
ten biedt Truma de door de
DVGW gekeurde bootboiler
aan.
Toelating
Conformiteitsverklaring:
De Truma-Boiler is door de
DVGW typegekeurd en vol-
doet aan de EU-richtlijn voor
gastoestellen (90/396/EEG)
alsook aan de overige gelden-
de EU-richtlijnen. Voor de EU-
lidstaten is een product-iden-
tificatienummer beschikbaar:
CE-0085AP0038
Voorschriften
Elke verandering aan het toe-
stel (incl. de rookgasafvoer-
buis en de schoorsteen) of
het gebruik van niet-originele
Truma-reserveonderdelen of
accessoires die belangrijk zijn
voor het functioneren van het
toestel evenals het niet in
acht nemen van de instruc-
ties in de Inbouwhandleiding
en de Gebruiksaanwijzing
maken de garantie ongeldig
en hebben tot gevolg dat aan-
sprakelijkheidseisen komen te
vervallen. Bovendien vervalt
hierdoor de gebruikstoelating
voor het apparaat en in som-
mige landen ook voor het
voertuig.
All manuals and user guides at all-guides.com
De bedrijfsdruk voor de
gastoevoer, 30 mbar (resp.
28 mbar butaan/37 mbar
propaan) of 50 mbar moet
gelijk zijn aan de bedrijfs-
druk van het apparaat (zie
fabrieksplaatje).
Bij inbouw van het appa-
raat dienen de technische
en administratieve voor-
schriften van het land
waarin het voertuig voor
het eerst wordt toegelaten
te worden nageleefd!
In Duitsland bijvoorbeeld
moeten de gasapparaten, de
opstelling van de flessen, de
leidingen evenals de afname
en gasdichtheidscontrole vol-
doen aan de bepalingen in
DVGW-werkblad G 607 voor
vloeibaargasinstallaties in
voertuigen.
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen zijn verkrijgbaar bij on-
ze distributeurs in die landen
(zie Gebruiksaanwijzing).
1
Plaatskeuze
1. Het apparaat moet zo wor-
den geplaatst dat het altijd
goed toegankelijk is voor on-
derhoudswerkzaamheden en
makkelijk in- en uitgebouwd
kan worden.
2. Plaats de boiler zo dat de
schoorsteen op een zo recht
mogelijk en glad buitenopper-
vlak kan worden gemonteerd.
Dit buitenoppervlak moet aan
alle kanten vrij voor de wind
toegankelijk zijn. Vermijd in-
dien mogelijk het gebruik van
sierlijsten en camouflageele-
menten. Zet de boiler eventu-
eel op een verhoging.
Schoorstenen dienen zodanig
te zijn opgesteld dat binnen-
dringen van rookgassen in
het interieur niet te verwach-
ten is. Houd er daarom bij
keuze van een plaats rekening
mee dat direct erboven en
30 cm opzij geen te openen
vensters, luiken of ventilatieo-
peningen mogen zijn. Wan-
neer dit niet mogelijk is, dient
een aan de binnenzijde van
het venster (resp. van het
luik) aangebracht waarschu-
wingsbord te waarschuwen
dat het venster resp. luik tij-
dens het bedrijf gesloten
moet blijven. Ventilaties voor
koelkasten dienen dan geslo-
ten naar het interieur te wor-
den uitgevoerd.
2
Inbouw van de
boiler
1. Houd de sjabloon voor de
schoorsteenopening tegen de
binnenwand.
A = onderkant van boiler
B = zijkant van boiler
Boor 4 gaten (C) Ø 10 mm
door de wand. Boor een gat
(E) Ø 15 mm voor de con-
denswaterbuis (ook van bui-
ten mogelijk = F).
2. Houd de sjabloon tegen de
buitenwand. De markeringen
(C) moeten zich boven de
boorgaten bevinden. Zaag de
schoorsteenomtrek (D) 92 x
168 mm uit.
Als de afstand tussen buiten-
wand en boiler meer dan
35 mm bedraagt, is schoor-
steenverlengstuk VBO 2
(art.nr. 70131-00) met een ex-
tra lengte van 50 mm nodig.
Zaag op de stippellijn 100 x
176 mm uit.
Vul leemtes in de buurt van
de schoorsteenopening
(figuur A: 1) met hout op,
zodat de schroeven goed
vastgedraaid kunnen worden.
Snij sierlijsten e.d. op het
voertuig weg of plaats er iets
onder om te voorkomen dat
de schoorsteen schuin loopt.
Leg bij schuine wanden iets
onder de boiler. Zorg dat een
hellingshoek van 10º niet
wordt overschreden.
3. Figuur A: steek het
schoorsteendeel van de boiler
(3) door de schoorsteenope-
ning (1), en laat het ca. 5 mm
uit de buitenwand uitsteken.
Plaats de grondplaat (4) (is
door de aanwezige borgingen
slechts op één manier te
plaatsen!). Boor gaten voor
6 bevestigingsschroeven (5).
4. Verwijder de grondplaat (4)
en bestrijk deze aan de voer-
tuigzijde met plastisch carros-
seriedichtmiddel (geen silico-
nenkit!).
Let op: de grondplaat moet
aan de kopse delen en staan-
de delen van het schoor-
steengedeelte (3) en bij de
buitenwand goed afgedicht
zijn!
5. Bevestig de grondplaat (4)
met 4 zelftapparkers (7) aan
het schoorsteengedeelte.
6. Dicht de spleet tussen het
boorgat (2) en de condenswa-
terbuis (10) met plastisch
dichtmiddel (geen siliconen-
kit!).
7. Plaats het schoorsteen-
rooster (8). Druk het schoor-
steengeheel tegen de voer-
tuigwand en zet het met
6 schroeven (5) vast.
8. Boiler aan ten minste 2 lus-
sen (11) met de meegelever-
de schroeven B 5,5 x 25 op
geschikte ondergrond (multi-
plexplaat, gelamineerde hou-
ten lijsten of metalen bodem)
veilig aan de voertuigbodem
vastschroeven.
3
Wateraansluiting
Voor het bedrijf van de boiler
kunnen alle druk- en dompel-
pompen tot en met 2,8 bar
worden gebruikt, evenzo alle
mengkranen met of zonder
elektrische schakelaar.
Figuur C 1: Bij gebruik van
dompelpompen moet een te-
rugslagklep (12 – niet tot de
levering behorend) tussen
pomp en de eerste aftakken
worden gemonteerd (pijl wijst
in stromingsrichting).
Figuur C 2: Bij gebruik van
drukpompen met grote scha-
kelhysterese kan heetwater
via de koudwaterkraan terug-
stromen. Als terugstroomver-
hindering adviseren wij tus-
sen de afgang naar de warm-
waterkraan en het aftapklep
een terugslagklep (6 - niet tot
de levering behorend) te
monteren.
Ter aansluiting aan de boiler
en het veiligheids-/aftapven-
tiel moeten druk- en heetwa-
terbestendige slangen (b.v.
Truma-Boiler-Slang SBH le-
vensmiddelecht, drukvast tot
3,5 bar) met een binnendia-
meter van 10 mm worden ge-
bruikt.
Voor een vaste buisaanleg
(b.v. John Guest systeem)
biedt Truma als speciale toe-
behoren de wateraansluitin-
gen (15 + 16), het veiligheids-/
aftapventiel (13) alsook een
terugslagklep (12 + 6) met
rechte tapaansluiting Ø 10 mm
aan.
Bij aansluiting aan een centra-
le watervoorziening (land-
resp. cityaansluiting) of bij
sterkere pompen moet een
drukverlager worden ingezet,
die voorkomt, dat hogere
drukken dan 2,8 bar in de boi-
ler kunnen optreden.
Attentie: Breng de water-
slangen zo kort en knikvrij als
mogelijk aan. Alle slangver-
bindingen dienen met slang-
klemmen te worden beveiligd
(ook koudwater)! Door de ver-
warming van het water en de
daaruit voortvloeiende uitzet-
13
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

B 14

Tabla de contenido