Bijlage 5.
Optionele accessoires en de integratie ervan. De unit is overigens volledig compleet.
5.1
Systeemscheiding door bijvulunit (NFE)
Bijvulmedium moet vrij zijn van partikels (groter dan 0,5 mm) en lang vezelige componenten.
Indien nog nodig is het systeem te scheiden (van de waterleiding), is het mogelijk gebruik te maken van NFE 1.1 en NFE1.2.
Zie indeling symbolen - schema van het systeem.
De toevoerdruk naar de NFE1.x moet minimaal 1,3 bar bedragen.
Wanneer NFE1.2 wordt gebruikt, moet deze worden aangesloten op de regelunit zoals in het aansluitschema is weergegeven en is
geconfigureerd. (Vermeld gebruik van IWZ (puls-watermeter) Bijvulinstelling 8-2-1 aanpassen aan IWZ.
5.2
Bijvullen vanaf een afzonderlijk vat
Het volgende moet worden opgevolgd wanneer vanaf een afzonderlijk vat wordt bijgevuld:
Het afzonderlijke vat wordt niet gemonitord door de Vacumat Eco (verantwoordelijkheid van de bediener).
Het laagste waterpeil in het verzamelvat mag niet lager zijn dan 1000 mm boven de installatiehoogte van de Vacumat Eco-unit.
Te leveren
door de cliënt:
74
Optionele accessoires en integratie
Afzonderlijk vat
Bijvullen
aansluiting
C
B