Het apparaat gebruiken
Gebruik het apparaat nooit voor
u
het opzuigen van vloeistoffen of
materialen die vlam kunnen vatten.
Dompel het apparaat niet onder in
u
water.
Trek de oplader nooit aan het snoer uit
u
het stopcontact. Houd de oplader uit
de buurt van warmtebronnen, olie en
scherpe randen.
Dit apparaat mag worden gebruikt
u
door kinderen van 8 jaar en ouder en
personen die lichamelijk of geestelijk
minder valide zijn of die geen ervaring
met of kennis van dit apparaat
hebben, mits deze onder toezicht
staan of instructies krijgen voor veilig
manier gebruik van het apparaat
en inzicht hebben in de mogelijke
gevaren. Kinderen mogen niet met
het apparaat spelen. Laat kinderen
nooit zonder toezicht het gereedschap
schoonmaken of onderhouden.
Inspectie en reparaties
Controleer het apparaat vóór gebruik op
beschadigingen en defecten.
Controleer de machine op gebroken on-
derdelen, schade aan de schakelaars en
andere omstandigheden die de werking
ervan kunnen beïnvloeden.
Werk niet met het apparaat als een
u
onderdeel beschadigd is of defect
Laat beschadigde of defecte
u
onderdelen door een van onze
servicecentra repareren of vervangen.
Controleer het snoer van de lader
u
regelmatig op beschadigingen.
(Vertaling van de originele instructies)
Vervang de lader als het snoer
beschadigd of defect is.
Probeer nooit andere onderdelen te
u
verwijderen of te vervangen dan in
deze handleiding zijn vermeld.
Aanvullende Veiligheidsinstruc-
ties
Na gebruik
Neem de lader uit het stopcontact
u
voordat u deze schoonmaakt.
Bewaar het apparaat na gebruik op
u
een droge plaats.
Berg apparaten op buiten bereik van
u
kinderen.
Overige risico's
Er kunnen zich bij het gebruik van dit
gereedschap nog meer risico's voor-
doen, die mogelijk niet in de bijgesloten
veiligheidswaarschuwingen worden
beschreven. Deze risico's kunnen zich
voordoen door onoordeelkundig gebruik,
langdurig gebruik, enz.
Zelfs wanneer de veiligheidsvoorschriften
in acht worden genomen en de veilig-
heidsvoorzieningen worden gebruikt,
kunnen bepaalde risico's niet worden
uitgesloten. Dit zijn onder meer:
Verwondingen die worden veroorzaakt
u
door het aanraken van draaiende of
bewegende onderdelen.
Verwondingen die worden veroorzaakt
u
bij het vervangen van onderdelen,
bladen of accessoires.
Verwondingen die worden veroorzaakt
u
door langdurig gebruik van het
gereedschap.
NEDERLANDS
19