Terugslag en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg
van een vasthakend of geblokkeerd draaiend
inzetgereedschap, zoals een slijp-/schuurschijf,
steunschijf, enz. Vasthaken of blokkeren leidt
tot een abrupte stop van het ronddraaiende
inzetgereedschap. Daardoor wordt een
ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen
de draairichting van het inzetgereedschap
versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk
vasthaakt of blokkeert, kan de rand van de
slijpschijf die in het werkstuk invalt, zich
vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken
of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf
beweegt zich vervolgens naar de bediener toe
of van de bediener weg, afhankelijk van de
draairichting van de schijf op de plaats van de
blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd of onjuist
gebruik van het elektrische gereedschap.
Terugslag kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
Houd het elektrische gereedschap goed
vast en breng uw lichaam en uw armen in
een positie waarin u de terugslagkrachten
kunt opvangen. Gebruik altijd de extra
handgreep, indien aanwezig, om de
grootst mogelijke controle te hebben over
terugslagkrachten of reactiemomenten bij
het op toeren komen. De bediener kan
door geschikte voorzorgsmaatregelen de
terugslag- en reactiekrachten beheersen.
Breng uw hand nooit in de buurt van
draaiende inzetgereedschappen.
Het inzetgereedschap kan bij de terugslag
over uw hand bewegen.
Mijd met uw lichaam het gebied waarheen
het elektrische gereedschap bij een
terugslag wordt bewogen. De terugslag
drijft het elektrische gereedschap in de
richting die tegengesteld is aan de
beweging van de slijpschijf op de plaats
van de blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van
hoeken, scherpe randen, enz. Voorkom
dat inzetgereedschappen van het
werkstuk terugstoten en vastklemmen.
72
Het ronddraaiende inzetgereedschap
neigt er toe, zich vast te klemmen bij
hoeken, scherpe randen of wanneer
het terugspringt. Dit veroorzaakt een
controleverlies of terugslag.
Gebruik geen kettingblad of getand
zaagblad. Zulke inzetgereedschappen
veroorzaken vaak een terugslag of het
verlies van de controle over het elektrische
gereedschap.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften
voor slijp- en doorslijpwerkzaam-
heden:
Gebruik uitsluitend het voor het
elektrische gereedschap toegestane
schuurtoebehoren en de voor dit
schuurtoebehoren voorziene bescherm-
kap. Schuurtoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien, kan
niet voldoende worden afgeschermd en is
niet veilig.
De beschermkap moet stevig op het
elektrische gereedschap zijn aangebracht
en zodanig zijn ingesteld dat een maxi-
mum aan veiligheid wordt bereikt. Dat wil
zeggen dat het kleinst mogelijke deel van
het schuurgereedschap open naar de
bediener wijst.
De beschermkap moet de bediener
beschermen tegen brokstukken en toevallig
contact met het schuurgereedschap.
Schuurtoebehoren mag alleen worden
gebruikt voor de geadviseerde
toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld:
slijp nooit met de zijkant van een
doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bestemd voor materiaalafname met
de rand van de schijf. Een zijwaartse
krachtinwerking op dit schuurtoebehoren
kan het toebehoren breken.
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen
in de juiste maat en vorm voor de door
u gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen
steunen de slijpschijf en verminderen
zo het gevaar van een slijpschijfbreuk.
Flenzen voor doorslijpschijven kunnen
verschillen van de flenzen voor andere
slijpschijven.
L 1506 VR, LG 1704 VR