Elk ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwondingen
van welke aard dan ook is de gebruiker/ bediener, niet
de fabrikant, aansprakelijk.
• Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overeen-
komstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor
commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Wij
geven geen garantie indien het gereedschap in am-
bachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk
te stellen activiteiten wordt gebruikt.
Restrisico's
Ondanks een doelmatig gebruik kunnen bepaalde res-
terende risicofactoren niet volledig uit de weg worden
geruimd. Wegens de constructie en de opbouw van de
machine zouden zich de volgende punten kunnen voor-
doen:
• Contact met de slijpschijf in de niet afgedekte zone.
• Wegspringen van stukken van defecte slijpschijven.
• Wegspringen van werkstukken en werkstukdelen.
• Gehoorschade bij niet-gebruik van de nodige gehoor-
beschermer.
• Longletsels indien geen gepaste stofmasker wordt ge-
dragen.
• Schade aan de gezondheid die voortvloeit uit hand-
arm-trillingen indien het toestel lang zonder onderbre-
king wordt gebruikt of niet naar behoren wordt gehan-
teerd en onderhouden.
• Bij gebruik van elektrische bekabeling die niet aan de
voorschriften voldoet, kunnen gevaren ontstaan ten
gevolge van elektrische stroom.
• Verder kunnen ondanks alle getroffen voorzorgs-
maatregelen toch restrisico's bestaan die niet voor
de hand liggen.
• Restrisico's kunnen worden beperkt door het naleven
van de veiligheidsaanwijzingen en de gebruikshand-
leiding als geheel, en door de machine alleen te ge-
bruiken voor beoogde toepassingen.
5. Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheidsinstructies
Attentie! Bij het gebruik van elektrische gereedschap-
pen moeten tegen schok-, verwondings- en brandge-
vaar in principe steeds de volgende veiligheidsmaatre-
gelen in acht worden genomen. Lees deze aanwijzingen
en hou er rekening mee voordat u het toestel gebruikt en
bewaar de veiligheidsinstructies goed.
1. Houdhet werkgebied op orde.
• Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongeluk-
ken.
2. Houdtrekening met omgevingsinvloeden.
• Laat elektrische gereedschappen niet in de regen
liggen. Gebruik elektrische gereedschappen niet in
een vochtige of natte omgeving. Zorg voor een goe-
de verlichting. Gebruik elektrische gereedschappen
niet in de buurt van brabdbare vloeistoffen of gas-
sen.
3. Voorkom een elektrische schok.
• Vermijd lichaamskontakt met geaarde objekten, zo-
als metalen buizen, radiatoren. C. V. kachels, koel-
kasten enz.
4. Houdtkinderen uit de buurt.
• Laat andere personen niet aan gereedschap of
snoer komen, houdtze weg van het werkgebied.
5. Berg het gereedschap veilig op.
• Niet in gebruik zijnde elektrische gereedschappen
moeten in droge, afgesloten ruimten, buiten het be-
reik van kinderen bewaard worden.
6. Overbelast het gereedschap niet.
• Men werkt beter en veiliger binnen het aangegeven
vermogensbereik.
7. Gebruik het juiste gereedschap.
• Gebruik geen machines met een te laag vermogen
of voorzetapparatuur voor een te zware belasting.
Gebruik de machines niet voor een doel of karwei,
waarvoor zij niet bestremd zijn, bijv. gebruik geen
handcirkelzaag voor het omzagen van bomen of
snoeien van takken.
8. Draag geschikte werkkleding.
• Draag geen slobberende kleding of sieraden. Deze
kunnen door de bewegende delen gegrepen wor-
den. Bij het werken in de open lucht zijn rubber
werkhandschoenen en schoenen met profi elzolen
aan te bevelen. Draag bij lang haar enn haarnet.
9. Gebruik een veiligheidsbril.
• Gebruik ook een stofmasker bij stofverwekkende
werkzaamheden.
10. Sluit de stofafzuiginrichting aan
• Als er installaties voor het aansluiten van stofaf zui-
ginrichtingen voorhanden zijn, vergewis U zich dat
deze aangesloten en gebruikt worden.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
• Draag de machine niet aan het snoer en gebruik
het snoer niet om de stekker uit het stopkontakt te
trekken. Bescherm het snoer tegen hitte, olie en
scherpe kanten.
12. Klem het werkstuk vast.
• Gebruik spanelementen of een bankschroef om het
werkstuk vast te klemmen. Dit garandeert een vei-
ligere klemming dan met de hand, bovendien kan
men met twee handen werken.
13. Zorg voor een veilige houding.
• Vermijd een abnormale lichaamshouding en zorg
voor een stabiel evenwicht.
14. Onderhoudthet gereedschap zorgvuldig.
• Houdthet gereedschap scherp en schoon om better
en veiliger te kunnen werken. Volg de onderhouds-
voorschriften en de adviezen omtrent het verwisselen
van gereedschappen op. Kontroleer regelmatig het
snoer en laat dit bij beschadiging door een erkende
vakman vernieuwen. Kontroleer regelmatig het ver-
lengsnoer en vervang het indien het is beschadigd.
Houdt de handgrepen droog en vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker uit het stopkontakt.
• Als het apparaat niet in gebruik is, tijdens het on-
derhoudt en het verwisselen van gereedschappen,
zoals, bijv. zaagbladen, boren en machinege-reed-
schappen van welke soort dan ook.
NL
39