neer de knop wordt ingedrukt. De pieptoon geeft aan dat de uithardingscyclus is begonnen. Een iets langere
pieptoon weerklinkt aan het einde van de uithardingscyclus. Tijdens de cycli van 10 en 20 seconden hoort u
elke 5 seconden en aan het einde van de cyclus een pieptoon.
AANBEVOLEN UITHARDINGSTIJDEN
De Demi Ultra is een uithardingsapparaat met hoog vermogen met een normaal uitgangsvermogen tussen
de 1100 tot 1500 mW/cm². Een effectieve uitharding van materialen is afhankelijk van vele factoren, zoals
het uitgangsvermogen en de golflengte van de lamp, de lichtpositie ten opzichte van het doel, onderhoud
en toestand van de lamp, het type foto-initiator en de uithardingseffectiviteit van het materiaal dat wordt
uitgehard. Kerr geeft hieronder enkele voorbeelden van specifieke materialen en de bijbehorende benodigde
uithardingstijden en enkele metingen van de lichtdemping bij een grotere afstand van het doel.
Kerr adviseert ten sterkste de aanbevelingen voor uitharding voor het specifieke materiaal dat u gebruikt te
raadplegen, de juiste uithardingstechniek te volgen en de lichtoutput regelmatig te controleren met de geïnte-
greerde radiometer. Als het licht niet direct boven het doel komt of niet de verwachte straling levert, moeten de
uithardingstijden worden verlengd. In de verpakking van de Demi Ultra bevindt zich ook een hardheidsdisk die
kan worden gebruikt om de uithardingseigenschappen van fotogevoelig materiaal te controleren.
Referentie onder invloed van licht uithardend materiaal
Harmonize universele composiettinten A3E (diepte van 2 mm)
SonicFill-composiettinten A3 (diepte van 5 mm)
Optibond Universal Adhesive
* Alle uithardingstijden voor composiet hebben betrekking op een enkele occlusale uitharding. Bij latere compomeerrestauraties beveelt Kerr aan
10 seconden extra buccale en/of linguale uitharding uit te voeren, om een adequate polymerisatie te garanderen.
ZORG VOOR EN ONDERHOUD VAN HET PRODUCT
Werkomgeving
Zie het hoofdstuk Productspecificaties.
Opslag- en transportvoorwaarden
• Temperatuur: -20 C tot 40 C (-4 F tot 104 F)
• Relatieve luchtvochtigheid: 10% tot 85%
• Atmosferische druk: 0,5 atm tot 1,0 atm (500 hPa tot 1060 hPa)
Zie het hoofdstuk Productspecificaties voor afmetingen en gewichten van systeemonderdelen.
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
De lampjes van de uithardingslamp lichten
niet op.
De uithardingslamp bevindt zich in de
laadstandaard, maar het lampje voor opladen
licht niet op.
De lampjes van de uithardingslamp knipperen.
De geluiden (pieptonen) van de uitharding-
slamp zijn gestopt.
De uithardingslamp piept eenmaal per seconde
tijdens een uithardingscyclus.
Bij een radiometertest lichten er minder dan
drie lampjes op.
Oplossing
De elektrische lading is mogelijk helemaal leeg. Plaats de uitharding-
slamp gedurende 70 seconden in de laadstandaard.
Controleer of het netsnoer in de standaard en in een stopcontact
steekt.
Controleer de voeding en het netsnoer op schade. Als u schade
ontdekt, stopt u het gebruik van de voeding.
Controleer of het hulpstuk voor led-licht zich volledig in de magne-
tische fitting bevindt.
De uithardingslamp bevindt zich in Stille modus. Druk op de knop
voor uithardingstijd en houd deze 10 seconden ingedrukt om de Stille
modus uit te schakelen. Het apparaat piept tweemaal om aan te geven
dat de instelling van de Stille modus is gewijzigd.
Dit geeft aan dat PLS niet actief is. Dit gebeurt wanneer de knop voor
led-licht ingedrukt wordt gehouden. Houd de knop ingedrukt wanneer
u een uithardingscyclus activeert.
Controleer eerst of het hulpstuk voor led-licht de radiometersensor
volledig opvult en zich in het midden van de weergegeven witte cirkel
bevindt.
Vuil kan de lens van het hulpstuk voor led-licht of de radiometersensor
blokkeren of verduisteren. Raadpleeg de reinigingsinstructies in het
hoofdstuk Zorg voor en onderhoud van het product.
103
Uithardingstijd
10 seconden
10 seconden*
5 seconden