NL
NEDERLANDS
5.4.7 - RS: weergave van de draaisnelheid
Draaisnelheid die wordt aangedreven door de motor in tpm.
5.4.8 - SV: Voedingsspanning
Alleen aanwezig op sommige modellen.
5.4.9 -SR: Voedingsbereik
Alleen aanwezig op sommige modellen.
Geeft het waargenomen voedingsspanningsbereik aan. De volgende
waarden zijn mogelijk: [110-127] V of [220-240] V. Als het bereik niet is
bepaald, is de waarde "- -".
5.4.10 - TE: weergave dissipatortemperatuur
5.5 - Menu Installateur
Houd vanuit het hoofdmenu de toetsen "MODE" en "SET" en "-" tegelijkertijd
ingedrukt totdat op het display de eerste parameter van het installatiemenu
verschijnt (of gebruik het selectiemenu door op "+" of "-" te drukken). Met
het menu kunnen diverse configuratieparameters worden weergegeven en
gewijzigd: met de toets MODE kan door de menupagina's worden gescr-
old, met de toetsen "+" en "-" kan de waarde van de betreffende parameter
respectievelijk worden verhoogd en verlaagd. Om het huidige menu af te
sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu, druk op SET.
5.5.1 - RP: instelling van de drukverlaging voor herstart
Drukt de drukverlaging ten opzichte van de SP-waarde uit die herstart van
de pomp veroorzaakt. Als de setpointdruk bijvoorbeeld 3,0 [bar] bedraagt en
RP is 0,5 [bar], vindt de herstart plaats bij 2,5 [bar]. RP kan worden ingesteld
van een minimum van 0,1 tot een maximum van 1 [bar].
In bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld bij een setpoint dat lager is dan
RP zelf) kan hij automatisch worden beperkt. Om het de gebruiker gemak-
kelijker te maken verschijnt op de instellingspagina van RP de effectieve
herstartdruk ook onder het RP-symbool, zie Afbeelding 17.
Afb. 17: Instelling van de herstartdruk
171
5.5.2 - OD: type installatie
Mogelijke waarden zijn 1 en 2, hetgeen staat voor een starre of een elast-
ische installatie.
Bij het verlaten van de fabriek is de waarde 1 ingesteld, die geschikt is voor
de meeste installaties. Als er sprake is van drukschommelingen die niet
gestabiliseerd kunnen worden aan de hand van de parameters GI en GP,
moet de waarde 2 worden ingesteld.
BELANGRIJK: in de twee configuraties veranderen ook de waarden
van de regelparameters GP en GI. Daarnaast zijn de waarden van GP en
GI die zijn ingesteld in modus 1 ondergebracht in een ander geheugen
dan de waarden van GP en GI die zijn ingesteld in modus 2. De waarde
van GP in modus 1 wordt derhalve bij overgang naar modus 2 vervangen
door de waarde van GP in modus 2, maar wordt bewaard en kan worden
teruggevonden bij terugkeer in modus 1. Een zelfde waarde die te zien
is op het display heeft een ander gewicht in de ene of de andere modus,
aangezien het controle-algoritme verschilt
5.5.3 - MS: matenstelsel
Hiermee wordt het matenstelsel van de meeteenheden angloamerikaans,
te weten het internationale of het Britse stelsel. De weergegeven groot-
heden worden weergegeven in Tabel 6.
OPMERKING: De stroming in angloamerikaans meeteenheden (gal/
min) wordt uitgedrukt met een conversiefactor van 1 gal = 4,0 liter, het-
geen overeenkomt met een metrische gallon.
Weergegeven meeteenheden
Meeteenheid
Grootheid
internationaal
Druck
bar
Temperatuur
°C
Flusso
l / min
Tabel 6: Matenstelsel meeteenheden
.
Meeteenheid
angloamerikaans
psi
°F
gal / min