invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas-
of waterleidingen, elektrische leidingen of andere
objecten een terugslag veroorzaken.
4.5
Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren met zandpapier:
a) Gebruik geen overgedimensioneerde schu-
urbladen maar houd u met betrekking tot de
grootte van de schuurbladen aan de opgaven
van de fabrikant. Schuurbladen die over de
steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en
leiden tot het blokkeren of scheuren van de schu-
urbladen of een terugslag.
4.6
Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstukken verliest. Over-
belast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.7
Overige veiligheidsvoorschriften:
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het schuurmateriaal ter beschikking
gesteld worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg
ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen vet en
stoten!
Slijp- en schuurschijven moeten zorgvuldig
volgens de voorschriften van de fabrikant bewaard
en gehanteerd worden.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spanin-
richtingen. Grote werkstukken dienen voldoende
te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetge-
reedschap lang genoeg is om de spindellengte op
te nemen. De schroefdraad van het inzetgereed-
schap moet bij de schroefdraad op de spindel
passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van
de spindel pagina 2 en hoofdstuk 14 Technische
gegevens.
NEDERLANDS
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
Draag altijd een veiligheidsbril.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof
in de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met
zich meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om
de machine tijdens het draaien zeer regelmatig en
grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te
blazen met perslucht. Hierbij moet de machine
worden geborgd.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een aardlek-
schakelaar (FI) voor te schakelen. Indien de haakse
slijper door de FI-veiligheidsschakelaar wordt
uitgeschakeld, moet de machine gecontroleerd en
gereinigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk
9 Reiniging.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de gezond-
heid. Het aanraken of inademen van deze stoffen
kan bij de gebruiker of personen die zich in de
nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken of beuken,
gelden als kankerverwekkend, met name in verbin-
ding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbest-
houdend materiaal mag alleen worden bewerkt
door vaklui.
- Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werk-
plaats.
- Het wordt aanbevolen om een stofmasker met
filterklasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt
waarbij tijdens de bewerking stoffen of dampen
vrijkomen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid
(bijv. asbest).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen bij het
werken onder stoffige omstandigheden vrij zijn.
Mocht het nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap
van het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen
voorwerpen) en voorkom beschadiging van inwen-
dige delen.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende gereedsc-
happen mogen niet gebruikt worden.
NL
31