• Aderverstopping en opgehoopt bloed onder de huid.
• Vocht, moedervlekken, huidverkleuring of vreemde objecten (bijv. een metalen plaat) in de lichtstraal.
• Verhoogde totale bilirubinewaarde.
• Een fysiologische aandoening die kan leiden tot vasomotorische tonus of wijzigingen in de vasomotorische tonus.
• Te veel omgevingslicht, licht met hoge intensiteit of direct zonlicht.
• Optische sensoren in de buurt die niet zijn aangesloten op dezelfde O3 Module.
• Abnormale veneuze pulsaties (zoals regurgitatie van tricuspidalisklep, Trendelenburg-houding).
WAARSCHUWING: Onnauwkeurige rSO
door:
• Anemie of een lage hemoglobineconcentratie.
• Hemoglobinopathieën (kwalitatieve defecten, zoals sikkelcel) en afwijkingen in de hemoglobinesynthese (kwantitatieve
defecten, zoals thalassemie).
• Verhoogde COHb- en/of MetHb-waarden.
• Niet-normocapnische omstandigheden of andere omstandigheden die van invloed zijn op het bloedvolume.
• Hypotensie, ernstige vasoconstrictie of hypothermie.
• Inductie van extracraniële hypoxie-ischemie.
• Hartstilstand.
• Elektrochirurgische interferentie.
• Te veel opgewekte beweging.
LET OP
• Gebruik de O3-sensor niet na de vervaldatum.
• Gebruik de sensor niet tijdens defibrillatie.
• Voorkom dat de sensor in aanraking komt met vloeistoffen, omdat vloeistoffen de sensor kunnen beschadigen.
• Dompel de O3-sensor niet in een reinigingsoplossing of steriliseer de sensor niet door middel van straling, stoom, gas,
ethyleenoxide, in een autoclaaf of via een andere methode. Dit leidt tot ernstige beschadiging van de O3-sensor.
• Deze O3-sensor is bedoeld voor gebruik bij één patiënt. Reinig de sensor niet.
• Als de O3-sensor wordt gebruikt tijdens bestraling van het hele lichaam, dient de sensor buiten het bestralingsgebied
te worden gehouden.
• Houd u bij afvoer van het instrument aan de plaatselijke wetten betreffende het afvoeren van het instrument en/of toebehoren.
• rSO
-metingen hebben betrekking op een kleine hoeveelheid weefsel onder de O3-sensor en zijn waarschijnlijk niet
2
maatgevend voor de zuurstofverzadiging op andere plaatsen in het lichaam.
• Hergebruik, verander of recycleer Masimo-sensoren of -patiëntenkabels niet, aangezien de elektrische onderdelen dan
kunnen beschadigen, wat letsel bij de patiënt tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan bovenmatige vochtigheid. De sensor moet worden gebruikt in een koele, droge ruimte.
• Vervang de sensor wanneer de melding sensor vervangen of een soortgelijke melding consistent wordt weergegeven.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van het bewakingsapparaat voor meer informatie.
OPMERKINGEN
• De sensor is voorzien van X-Cal®-technologie om het risico van onnauwkeurige afleeswaarden en onverwachtse onderbreking
van de bewaking van de patiënt te beperken. De sensor voorziet in een bewakingsduur van maximaal 72 uur. Na gebruik
bij één patiënt, moet u de sensor weggooien.
• De waarde van gegevens van het systeem is niet aangetoond bij bepaalde ziekten, onder omstandigheden van
hemoglobinopathieën of klinische omstandigheden die van invloed zijn op het bloedvolume, of onder hypocapnische
of hypercapnische omstandigheden.
• Als de beoogde weefsels niet kunnen worden gepalpeerd of gevisualiseerd, wordt een tweede methode ter bevestiging,
zoals een echo of röntgenfoto, aanbevolen.
• De gebruiksduur van de O3-sensor hangt af van de conditie van de sensorplek, de huid van de patiënt en de kwaliteit
van het kleefmiddel op de sensor. De O3-sensor is getest op biocompatibiliteit voor het beoogde continue gebruik tot
maximaal 72 uur.
INSTRUCTIES
De sensor aanbrengen op de patiënt
1. Zorg ervoor dat de huid van de patiënt droog, schoon en olievrij is.
2. Zie afbeelding 1. Het verdient de voorkeur de sensor op het voorhoofd net boven de wenkbrauwen aan te brengen.
3. Haal de sensor uit de afdekfolie.
4. Zie afbeelding 2. Breng de sensor op het voorhoofd aan. De sensor moet in het midden net boven de wenkbrauwen worden
geplaatst.
5. Het kabelgedeelte moet zodanig worden neergelegd dat er geen druk wordt uitgeoefend op de huid en dat er niet aan de
sensor wordt getrokken.
De sensor aansluiten op de O3 Module
1. Op de O3 Module kunnen maximaal twee (2) sensoren tegelijk worden aangesloten.
2. Zie afbeelding 3. Lijn de connector aan het einde van het kabelgedeelte van de sensor uit op de sensoraansluiting op de module.
-metingen of het ontbreken van rSO
2
28
-metingen kunnen worden veroorzaakt
2
10329C-eIFU-0919