F 36 64 947 R
Uitlaatgasbuis (1) op de aangegeven maten
afsnijden.
Maten: A = 250 mm
B = 200 mm
F 39 64 250 R
Uitlaatgasbuis (1) (500mm) met slangklem (3)
op het parkeerverwarmingsapparaat (2)
vastschroeven.
F 39 64 226 R
Afgebeeld boorgat (1) in de wielkast voor rechts
tot Ø 9,1 mm opboren en blindklinknagelmoer M6
bevestigen.
F 39 64 227 R
De einden van het in de montageset aanwezige
gatenband (1) 90° afkanten
Maat:
A =
60 mm
F 39 64 228 R
Gewijzigd gatenband (1) met zeskantschroef
met ring (2) M6x20 mm vastschroeven.
F 39 64 229 R
Parkeerverwarmingsapparaat (1) aanbrengen
en hierbij de uitlaatgasbuis door de rubber
doorvoering schuiven.
Parkeerverwarmingsapparaat (1) met bijgesloten
speciale plaatschroeven (2) op de houder
vastschroeven.
Contacten van de parkeerverwarmingskabelbundel
als volgt erin steken:
Aftakking G1 2-polig zwart:
Pin 1
rode kabel (klem 30)
Pin 2
bruine kabel (klem 31)
Aftakking G2 6-polig zwart:
Pin 1
zwarte kabel (schakelklok)
Pin 2
gele kabel (diagnose)
Pin 3
niet bezet
Pin 4
groen/witte kabel (regelsignaal)
Pin 5
niet bezet
Pin 6
blauwe kabel (doseerpomp)
Aftakkingen G1 en G2 (3) op het
parkeerverwarmingsapparaat (1) steken.
Antenne-aansluiting (4) op de leiding van de
telestart-ontvanger (5) aansluiten.
F 39 64 230 R
Lengte van de uitlaatgasbuis (1) controleren door
de geluiddemper (3) er tegenaan te houden, indien
nodig, de uitlaatgasbuis (1) met een ijzerzaag
korter maken.
Uitlaatgasbuis (1) met een slangklem (2) op de
geluiddemper (3) vastschroeven.
Geluiddemper (3) met zeskantschroef met ring (4)
M6x20 mm en zeskantmoer M6 met ring op het
gatenband vastschroeven.
44
F 39 64 234 R
Bekleding van de bumper (2) in het afgebeelde
gebied (1) met getrapte boor of gatzaag Ø40 mm
uitsnijden.
F 39 64 235 R
Rubber doorvoering (1) erin klikken.
Uitlaatgasbuis (3) aanbrengen en de benodigde
lengte vaststellen, indien nodig, de uitlaatgasbuis
met een ijzerzaag korter maken.
De uitlaatgasbuis (3) moet ca. 10 mm uit de
onderste afdekking van de bumper (2) steken.
F 39 64 231 R
Uitlaatgasbuis (1) uitlijnen en met slangklem (3)
op de geluiddemper (2) bevestigen.
F 39 64 233 R
Aanzuigluchtslang (1) van zwart afsluitkapje (3)
voorzien en op het parkeerverwarmingsapparaat (2)
met een slangklem bevestigen.
Aanzuigluchtslang (1) met bundelbanden
bevestigen.
9. Brandstofleiding en doseerpomp
inbouwen
F 39 64 078 R
Afdekkingen (1) van de tankappendages onder de
achterbank rechts en links uit de auto verwijderen.
F 39 64 079 R
Flexibele brandstofbuis (1) van de rechter
tankappendage onder zitkast naar links
doorschuiven en onder de autobodem monteren.
Kapje boven op de stomp (2) met universeel mes
afsnijden.
Het hoofdstuk 2, Niveausensor controleren,
moet in ieder geval worden aangehouden.
F 39 64 080 R
Afdichtingsgebied (1) op de stomp (2) van stof
en vuil bevrijden!
F 39 64 141 R
Tankaftap (1) op de stomp (2) steken en 90° draaien
(bajonet-sluiting). Flexibele brandstofbuis (3) met
behulp van verbindingsstuk (4) en slangklemmen (5)
op de tankaftap (1) aansluiten.
F 39 64 236 R
Flexibele brandstofbuis (1) zoals afgebeeld in de
leiding-opnamepunten (2) hangen, naar voren
monteren en met bundelbanden (3) fixeren.
Flexibele brandstofbuis (1) ter hoogte van de
transmissie (midden) met universeel mes afsnijden.