Tractel travflex 2 Manual De Instalación, De Utilización Y De Mantenimiento página 107

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 125
travflex™ 2 levenslijn uit dienst genomen worden
om het gebruik ervan te vermijden en vervolgens
onderwerp uitmaken van een reparatie door een
opgeleide en bevoegde persoon (zie § 10).
6�3 Installatie van structurele ankers en
platina interface
6�3�1 Algemeen
De structurele ankers en platina interfaces (SAPI) voor
tussenankers moeten met intervallen begrepen tussen
5 en 15 meter onderling geplaatst worden en met de
SAPI voor eind­ en bochtankers. Als de travflex™ 2
levenslijn geen tussenanker heeft, dan is de afstand
tussen SAPI voor eind­ en bochtankers onderling ook
intervallen een waarde begrepen tussen vijf en vijftien
meter. De SAPI van de travflex™ 2 levenslijn kunnen
bevestigd worden op een horizontaal of hellend vlak
waarvan de helling niet meer dan 15° bedraagt in
verhouding tot het horizontaal vlak, of op een verticaal
vlak (fig. 3).
In het geval van een installatie op een horizontaal of
hellend vlak moet de installateur de SAPI plaatsen
zodat de kabel van de travflex™ 2 levenslijn niet met
een hoek van meer dan 10° op de opstelling afwijkt, bij
de doorgang van een tussenanker (fig. 3). In het geval
van een installatie op een verticaal opstellingsvlak,
moet de installateur de SAPI plaatsen zodat de kabel
van de travflex™ 2 levenslijn niet met een hoek van
meer dan 15° op de opstelling afwijkt, bij de doorgang
van een tussenanker (fig. 3).
"BELANGRIJK": Alle schroeven, moeren en de
bevestigingsbout M16 moeten vastgezet worden met
een koppel van 6+/­1 daNm, hetzij voor de structurele
bevestigingen, op de platina interface, hetzij tussen het
anker en de haak en de haken en de bochtplaat.
6�3�2 Installatie van de platina interfaces
In functie van de in de voorafgaande studie bepaalde
platina interfaces moet de installateur deze platina
interfaces bevestigen conform de installatiehandleiding,
bij de platina bijgeleverd. De breekweerstand van de
platina interfaces moet minstens 1500 daN zijn voor
eind­ tussenankers en minstens¬ 2000 daN voor
bochtankers (zie hoofdstuk 3).
6�3�3 Installatie van de structurele ankers
In functie van de in de voorafgaande studie bepaalde
structurele ankers en waarvan de diameter 16mm
moet zijn, moet de installateur deze structurele ankers
bevestigen conform de installatiehandleiding, bij
deze ankers geleverd. De tractie weerstand van deze
ankers moet minstens 1500 daN bedragen voor eind­
en tussenankers en 2000 daN voor bochtankers (zie
hoofdstuk 3).
"OPMERKING": Alle andere installatieconfi-
guraties moeten schriftelijk door Tractel
keurd worden.
6�4 Installatie van de eindankers
6�4�1 Algemeen
De eindankers zijn op de structurele ankers en platina
interfaces (SAPI) bevestigd zoals bepaald in § 7.3.1.
Standaard is het eindanker geleverd, uitgerust met
een snelkoppeling (J) en met deze handleiding in
een polyethyleen zakje. Het anker en de indicator
zijn op voorhand gemonteerd met een plastic ketting,
geplaatst in het bevestigingsgat van de indicator en het
anker.
6�4�2 Installatie op structureel anker
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuren 4
en 5 bladzijde 4:
a. Snij de plastic beugel door om de indicator (teken 1)
te verwijderen van het anker (teken 2), maar houdt
de indicator tegelijk op het anker.
b. Plaats de as van het bevestigingsgat (teken 8) in de
as van het gat van het structureel anker (teken 9).
c. Plaats het structureel anker (teken 3) en naargelang
het geval, een bout voor de bevestiging op de
metalen structuur (fig. 4); Een schroef of een
tapdraad M16 voor stift (fig. 5) in het geval van een
bevestiging op een betonnen opstellingsvlak.
"BELANGRIJK": Plaats verplicht een inox ring
M16 (teken 5) tussen het eindanker en de kop van de
schroef of de moer van het structureel anker (teken 3).
d. Zet het structureel anker M16 vast let één of 2
sleutels van 24.
e. Oriënteer
het
eindanker
hoekpositie, naargelang het type van de bevestiging
op de lijn en zet het structureel anker vast met het
koppel aanbevolen in § 7.3.1.
f. Plaats een connector type snelkoppeling (J) in het
bevestigingsgat van de levenslijn (teken 10), zet de
vergrendelmoer van de connector vast (teken 11) en
blokkeer krachtig met een platte sleutel.
 Installatie voltooid�
1. Valindicator
2. Anker
3. Structureel anker M16
4. Borgmoer M16
5. Ring M16
SAS goedge-
®
NL
in
de
aanbevolen
107
loading