OBJ_BUCH-0000000095-001.book Page 64 Monday, December 3, 2012 2:11 PM
Let er bij de montage op dat de buitenste bevestigings-
schijf nauwkeurig in de uitsparingen aan het einde van
de as past. Draai de schijf na de montage iets tot de
zaagbladvergrendeling 7 loskomt. (afbeelding 24)
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van het elektrische gereed-
schap.
Draai vóór gebruik de transportbeveili-
ging los.
Instelling van zwenkkop (afbeel-
ding 2)
Voor de instelling van het zaagblad op 90° ten
opzichte van de machine een controlehoek tussen
zaagblad en tafel maken en als volgt te werk gaan:
Draai de zwenkkopvergrendeling 9 los en corrigeer
met de schroef 10 mogelijke afwijkingen. De zwenk-
kop kan ook op 45° ten opzichte van het onderstuk
worden ingesteld, met de schroef 11.
Instelling van draaischotel (afbeel-
ding 10)
De machine wordt bij 0°, 15°, 22,5°, 30° en 45°
automatisch vastgezet.
Als bijstellen noodzakelijk is, zet u de machine bij 0°
vast.
Draai de schroeven 12 los en verschuif de lijst zodanig
dat een verticale positie ten opzichte van de zaag
wordt ingesteld.
Instelling van maximale zaagdiepte
(afbeelding 2)
De instelbare schroef 13 dient als aanslag voor de
zaagdiepte. Als het zaagblad vervangen of geslepen
wordt, moet deze schroef opnieuw worden ingesteld.
Controleer dat de zaag de schotelbodem niet raakt als
de onderste aanslag is ingesteld.
Vervang de afscherming 39 van de schotel als deze
beschadigd of gescheurd is.
Instelling van spie
(afbeeldingen 7 + 9)
Verwijder de schroeven 15 en de afdekking 14.
Maak de spie 16 los. Stel deze in en draai de spie 16
weer vast. Monteer vervolgens de afscherming 14.
De afstand tussen de tanden van het zaagblad en de
schacht mag nooit meer dan 5 mm bedragen.
Gebruik alleen zaagbladen die dunner zijn dan de
schacht en die zijn voorzien van tanden met een gro-
tere breedte dan de schachtdikte.
Instelling van de bovenste aanslag
(afbeelding 2)
Draai de schroef 17 los en let erop dat de machine in
de ruststand vastklikt.
Lasergeleiding
(afbeeldingen 18 + 22)
Laat de lichtstraal samenvallen met de lijn die u vóór
het zagen getekend heeft.
De lasergeleiding beschikt over een traagheidsschake-
laar. Deze kan alleen door draaien van het zaagblad
worden ingeschakeld.
Met de schakelaar 18 schakelt u de lasergeleiding in
of uit. Voor het snijden met de bovenste tafel moet de
schakelaar in de stand Off staan.
In- en uitschakelen (afbeelding 8)
Schakelaar
De machine beschikt over een drukschakelaar op de
greep en over een vergrendelingsknop voor werk-
zaamheden aan de boventafel.
Voor het afkorten bedient u de aan/uit-schakelaar 20
en de ontgrendelingsschakelaar voor afkortwerkzaam-
heden 19 tegelijkertijd. Bij afnemende druk op de ont-
grendelingsschakelaar voor afkortwerkzaamheden
19 wordt het gereedschap automatisch uitgeschakeld.
Bij werkzaamheden aan de boventafel drukt u op de
vergendelingsknop 21 en bedient u de aan/uit-scha-
kelaar 20. De drukknop wordt automatisch ontgren-
deld als de machine in de afkortpositie wordt
gebracht.
Mechanische beschermingsvoorzieningen
In de ruststand dekken de beschermingsvoorzieningen
het zaagblad geheel af. De machine is in deze stand
geblokkeerd. Bedien de ontgrendelingsschakelaar
voor afkortwerkzaamheden 19 zodat de blokkering
voor het omlaagdrukken wordt opgeheven.
Controleer dat het zaagblad in de rust-
stand geheel door de beschermingsvoor-
zieningen wordt afgedekt. Zorg ervoor
dat de beschermingsvoorzieningen altijd
in goede toestand zijn.
64