nl
|
Kalibratie
10.2
Testgastoevoer voorbereiden
Het testgas moet drukloos worden toegevoerd. Dit komt overeen met een flow
van 500 ml/min.
Voorwaarde:
–
Inloopfasen van de sensor zijn voltooid (zie "Inbedrijfstelling", pagina 175).
–
Datum en tijd zijn correct ingesteld (controle met PolySoft).
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico door het testgas
Het inhaleren van testgas kan een gezondheidsrisico vormen of de dood tot
gevolg hebben.
► Inhaleer geen testgas.
► Neem de risico's en de veiligheidsinformatie met betrekking tot het testgas
in acht (Raadpleeg de gegevensbladen en de op de kalibratie-instrumenten
aangebrachte instructies).
VOORZICHTIG
Valse alarmen activeren door testgas
Het gebruikte testgas kan alarmen activeren.
► Zie erop toe dat het testgas na kalibratie niet opnieuw wordt gebruikt.
Hulpmiddelen:
–
Testgascilinder en drukregelaar, bij corrosieve gassen met RVS
drukregelaar
–
Kalibratieadapter met slangtules (bestelnr. 68 10 536)
–
Slang, overeenkomstig de gaseigenschap (bijv. FKM-slang bestel-
nr. 12 03 150)
Testgastoevoer voorbereiden:
1. Kalibratie-adapter (afb. G 2) en testgascilinder (afb. G 4) met slang (afb.
G 3) verbinden.
2. Voor de afvoer van het testgas een slang op de tweede aansluiting van de
kalibratieadapter aansluiten.
3. Kalibratie-adapter op de sensor (afb. G 1) steken.
178
10.3
Bij O
stikstof aan de sensor wordt toegevoerd. Het gasmeetinstrument geeft een
fouttoestand aan als 0,6 Vol% O
een fout de nulkalibratie herhalen of de sensor verwisselen.
10.4
Voorwaarden:
–
–
Nulpuntkalibratie uitvoeren:
1. Nulpuntkalibratie in PolySoft starten.
2. In PolySoft de aanwijzingen van de assistent opvolgen.
3. Na voltooiing van de nulpuntkalibratie de gasdoorstroom uitschakelen en
10.5
Voorwaarden:
–
–
–
Gevoeligheidskalibratie uitvoeren:
1. Gevoeligheidskalibratie in PolySoft starten en bevestigen.
2. In PolySoft de aanwijzingen van de assistent opvolgen.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
Nulpuntkalibratie met zuurstof
-sensoren wordt het nulpunt alleen gecontroleerd (geen kalibratie) als er
2
niet wordt onderschreden. In het geval van
2
Nulpuntkalibratie uitvoeren
Testgastoevoer voorbereid.
Verbinding tussen gasmeetinstrument en PolySofttot stand gebracht.
™
ISA100 Wireless
-interface draagt de meetwaardestatus "Bad",
(substatus "Onderhoudsmodus actief") en de speciale toestand
"Kalibratie" over.
Doorstroom bij testgastoevoer: 0,5 L/min ± 10 %
kalibratieadapter verwijderen.
Gevoeligheidskalibratie uitvoeren
Nulpuntkalibratie uitgevoerd.
Testgastoevoer voorbereid.
Verbinding tussen gasmeetinstrument en PolySofttot stand gebracht.
™
ISA100 Wireless
-interface draagt de meetwaardestatus "Bad",
(substatus "Onderhoudsmodus actief") en de speciale toestand
"Kalibratie" over.
Doorstroom bij testgastoevoer: 0,5 L/min ± 10 %
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
®
Repeater ISA