11. Naaien
11.1. Algemeen
• Schakel de hoofdschakelaar
• Zet de naald bij het veranderen van het soort steek altijd in de
hoogste stand.
• Schuif de stof ver genoeg onder de persvoet
Laat de boven- en onderdraad ongeveer 10 cm naar achteren
uitsteken.
• Zet de persvoethendel
linkerhand vasthoudt, draait u het handwiel
plaatst u de naald op de plek van de stof waar u met naaien
wilt beginnen.
• Druk op het pedaal. Hoe harder u drukt, des te sneller loopt de
machine. Voer de stof bij het naaien met zachte hand door de
machine.
• Naai door omzetten van de achteruithendel
achteruit om de eerste steken van de naad vast te zetten.
TIP
Als u niet zeker weet of bijvoorbeeld de draadspanning of het
soort steek juist is, probeert u de instellingen uit op een lapje.
De stof loopt automatisch onder de persvoet door: de stof mag
niet met de handen worden tegengehouden of worden getrok-
ken, maar moet soepel worden geleid zodat de naad de door u
gewenste richting krijgt.
11.2. Selecteren van de juiste naald
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Het gebruik van een defecte naald kan tot beschadiging van
het naaigoed leiden.
Vervang defecte naalden onmiddellijk.
Het nummer dat de sterkte van de naald aangeeft, is op de scha-
cht aangebracht.
Hoe hoger het nummer, des te sterker de naald.
in.
10
26
omlaag. Terwijl u de draad met uw
20
8
12
.
naar u toe en
enkele steken
Naaien
DE
FR
NL
IT
ES
119 van 244