Instellingen; Instelling Van De Draadspanning; Regeling Van De Bovendraadspanning; Regeling Van De Onderdraadspanning - Medion MD 18205 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

10. Instellingen

10.1. Instelling van de draadspanning

Als de draad tijdens het naaien breekt, is de draadspanning te
hoog.
Als zich bij het naaien kleine lussen vormen, is de draadspanning
te laag.
In beide gevallen moet de draadspanning worden ingesteld.
Daarbij moeten de boven- en onderdraadspanning de juiste on-
derlinge verhouding hebben.

10.2. Regeling van de bovendraadspanning

OPMERKING!
Voor het meeste naaiwerk is een bovendraadspanning van 3
tot 4 geschikt.
De spanning ontstaat door de schijven waar de draad doorheen
wordt geleid. De druk op deze schijven wordt geregeld door de
regelaar voor de bovendraadspanning (19).
Hoe hoger de waarde, des te groter de spanning.
De bovendraadspanning wordt pas geactiveerd wanneer de
persvoet omlaag wordt gezet.
Er zijn meerdere redenen waarom de spanning moet worden ge-
regeld. Zo moet bijvoorbeeld bij verschillende stoffen een ver-
schillende spanning worden gebruikt.
De benodigde spanning is afhankelijk van de stevigheid en dikte
van de stof, het aantal lagen stof dat moet worden genaaid en de
gekozen steek.
Zorg ervoor dat de spanning van boven- en onderdraad gelijk-
matig is omdat de stof anders kan worden samengetrokken.
Wij adviseren u vóór elk naaiwerk een proefnaad te maken op
een lapje.

10.3. Regeling van de onderdraadspanning

 De spanning van de onderdraad wordt geregeld door de veer
van het spoelhuis. Draai de schroef van de veer linksom om de
spanning van de veer te verhogen.
 Draai de schroef van de veer rechtsom om de spanning van de
veer te verlagen.
Instellingen
DE
FR
NL
IT
ES
117 van 244
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido