6
www.aeg.com
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat een eventueel
verlengsnoer waarop het apparaat is
aangesloten, geaard is.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op
met de service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Gebruik het apparaat niet als
werkoppervlak en gebruik de
ovenruimte niet als opslagplek.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Zorg ervoor dat er geen
voedselresten of resten
schoonmaakmiddel ophopen op de
afdichtoppervlakken van de deur.
• Resterend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.