NL
Figuur 1 Voorbeeld van een installatie met een onderdompelbare
pomp:
Afvoerbuis voor het drogen van de kelder aangesloten op de
afvoerbuis van het pompstation.
Overstroming van de installatieruimte!
➢ Leg de afvoerbuis van de kelderdroger boven het terug-
stroomniveau alvorens deze aan te sluiten op de riolering.
➢Sluit de afvoerbuis van de kelderdroger nooit op de afvoer-
buis van het pompstation aan.
➢ Monteer een terugslagventiel op de basis van de afvoerbuis
➢ Selecteer de pomp aan de hand van de volgende installatie-
voorwaarden: (manometrische druk H [m]
5
INWERKINGSTELLING / UITSCHAKELING
5,1- INWERKINGSTELLING
5 .1 .1 Vereisten voor de inwerkingstelling
Zorg voor de inwerkingstelling van het pompstation ervoor dat de elektrische
aansluiting voor het pompstation en alle beschermende apparaten juist is
uitgevoerd.
5 .2 Toepassingslimiet
w D e druk- en temperatuurlimiet zijn overschreden. Lekken van
hete of giftige vloeistof!
w N eem de gebruikersspecificaties in de documentatie in acht.
w Z org ervoor dat de pomp niet draait met gesloten ventiel.
wHet draaien zonder te pompen vloeistof moet worden voor-
komen.
Neem de volgende parameters en waardes in acht tijdens het gebruik:
Parameter
Maximale toegestane
40 °C
temperatuur van de vloeistof
Tot 70 °C indien gepompt.
Gedurende maximaal 5 minuten.
Maximale temperatuur van de ruimte
Gebruiksmodus Periodieke service
SANICUBIC® 1 / 1 WP: S3 30 %
Periodieke service
SANICUBIC® 2 Classic / Pro /
Een-fasige SANICUBIC® 2 XL: S3 50%
Drie-fasige SANICUBIC® 2 XL: S3 30 %
5 .3 Beginfrequentie
Om oververhitting en teveel druk op de motor, afdichtingen en kogellagers
te voorkomen dient het aantal cycli per uur tot 60 beperkt te worden.
5 .4 Inwerkingstelling met het controlepaneel
w Het controlepaneel is niet goed afgesloten. Risico op overlijden!
w Sluit de opening van het controlepaneel goed.
wSluit dan de stekker weer aan.
Vereiste handelingen voor de inwerkingstelling
1. Voer een functionele en afdichtingstest uit op het pompstation:
Controleer de verbindingen zodra de hydraulische en elektrische verbin-
dingen zijn gemaakt op lekken door water door iedere gebruikte toevoer
te laten lopen. Zorg ervoor dat het apparaat juist werkt en dat er geen lek is
door een watertest uit te voeren en verschillende startcycli te observeren.
Waarde
50 °C
2. Controleer de verschillende punten op checklist (c sectie 7.6, pagina 70)
3. Waarschuwing: Laat de motor niet in de noodmodus draaien (door op de
toets van het keypad te drukken) alvorens de pomp in het water te plaat-
sen. Het droog laten draaien beschadigt het vermalingssysteem.
5 .5 Uitschakeling
1. Sluit de ventielen op de toevoer- en afvoerbuizen af.
2. Laat de tank leeg lopen door op de noodmodusknop op de pomp te
drukken.
3. Schakel de stroomtoevoer uit en zet de installatie apart.
w De stroom is niet afgesloten. Levensgevaar!
w Trek de stekker uit of koppel de elektrische geleiders los en volg
de vereiste stappen om een onbedoelde handeling te voorkomen.
4. Inspecteer de hydraulische onderdelen en de messen (afhankelijk van het
model). Maak deze indien nodig schoon.
5. Maak de tank schoon.
w Te pompen vloeistoffen en secundaire verbruikbare materialen
die schadelijk zijn voor de gezondheid. Gevaarlijk voor mensen
en voor het milieu!
w Pompstations die gebruikt worden om vloeistoffen die schadelijk
kunnen zijn voor de gezondheid dienen gedesinfecteerd te worden.
Draag indien nodig een masker en beschermende kleding.
w Raadpleeg de actuele wettelijke voorschriften voor de afvoer
van vloeistoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.
6
WERKING
6 .1 SANICUBIC® Controlepaneel
LET OP
In deze paragraaf wordt de werking van een controlepaneel
voor twee pompen beschreven. Het controlepaneel werkt op
eenzelfde manier als voor een pomp.
Tabel 4: SANICUBIC® extern bedieningspaneel
1
Geel LED stroomtoevoer
2
Rood alarm LED
3
Noodmodus motor 1
4
Noodmodus Motor 2
LED lampjes
De LED lampjes geven informatie over de status van de werking van het
controlepaneel:
LET OP: Het controlepaneel van de SANICUBIC® 1 is geïnstalleerd bovenop de
tank van het pompstation.
Het detectiesysteem dient geventileerd te worden. Sluit de ventilatieturbine
aan op het controlepaneel van het pompstation.
67