C
Dit apparaat, dat ontworpen is om
te werken bij de temperaturen zoals
hieronder in de tabel aangegeven,
is voorzien van het Advanced
Electronic Temperature Control
System [AETCS], wat ervoor zorgt
dat het bevroren voedsel in de vriezer
niet ontdooit bij de geadviseerde
instelling [4 - vier op de knop], zelfs
als de omgevingstemperatuur tot wel
-15 °C daalt. Bij de eerste installatie
MAG het product NIET in lage
omgevingstemperaturen geplaatst
worden, omdat de temperatuur in de
vriezer niet daalt naar de standaard
werkingstemperatuur. Zodra het
de stabiele werkende staat heeft
bereikt, kan het verplaatst worden.
U kunt het apparaat dan installeren
in een garage of een onverwarmde
ruimte zonder dat u zich zorgen
hoeft te maken dat het bevroren
voedsel in de vriezer verloren gaat.
Bij een lage omgevingstemperatuur
zoals hierboven genoemd kan de
vriezerinhoud echter bevriezen,
dus controleer de etenswaren en
consumeer deze dienovereenkomstig.
Als de omgevingstemperatuur
weer normaal wordt, kunt u de
knopinstelling aanpassen aan uw
wensen.
C
Als de omgevingstemperatuur
onder de 0°C is, bevriezen de
etenswaren in het vriesvak. Wij raden u
dus aan het vriesvak niet in dergelijke
lage omgevingstemperaturen te
gebruiken. U kunt het vriesvak op de
gewone manier blijven gebruiken.
Installatie van de onderste
ventilatiekap
U kunt de onderste ventilatiekap
installeren zoals weergeven in de
afbeelding.
Stelvoetjes
Wanneer uw koelkast niet waterpas
staat;
U kunt uw koelkast waterpas stellen
door aan de stelvoetjes te draaien
zoals getoond in de afbeelding. De
hoek van het stelvoetje wordt verlaagd
wanneer u in de richting van de zwarte
pijl draait en verhoogd wanneer u in
de tegenovergestelde richting draait.
Wanneer iemand u hierbij helpt
door de koelkast lichtjes op te tillen
vereenvoudigt dit het proces.
11
NL