GROUP S.P.A.
• Sluit de voeding aan op de interfacemodule, Art. 4897, en start
de zelfleerprocedure door de programmeerjumper (JP4) in
positie B te plaatsen zoals getoond in figuur 1 en wacht tot de
rode LED's LD1, LD2, LD3, LD4 niet langer knipperen maar
constant oplichten (zie figuur 2).
• Plaats jumper JP4 terug in positie A en controleer of de LED's
uitgaan.
• Indien tijdens de zelfleerprocedure een storing mocht optreden in
een of meerdere van de uitgaande leidingen L1L1 – L2L2 – L3L3
– L4L4, blijft de LED van de leiding waar de fout is opgetreden
DL1 – DL2 – DL3 - DL4 branden en geeft daardoor aan, in welke
leiding de fout zit.
De fouten die tijdens het programmeren kunnen worden aangegeven
door de intercominterface zijn:
- verschillende gebruikerscodes aan dezelfde uitgang van Art. 4897.
- dezelfde intercomcodes aan verschillende uitgangen van Art. 4897.
Voor het controleren van de configuratie van het intercomnet nadat de
procedure is voltooid, is het voldoende het handprogrammeerapparaat,
Art. 1251, aan te sluiten en de configuratie uit te lezen zoals
uiteengezet in de met Art. 1251 meegeleverde technische handleiding
MT/SB2/02.
MT SB2 03
62
JP4
B
A A
Fig. 1
Fig. 2
A
Voor grondplaat 5714/I wordt er verwezen naar het technisch blad FT/SB2/07.
I
NSTELLEN VAN DE GRONDPLAAT
S
1-
GEBRUIK IN
IMPLEBUS
SYSTEMEN
Knip CV6 door
CV6
1
Knip CV1, CV2 en CV7 door
2
Plaats JP2 in de stand zoals aangegeven in figuur 3.
3
I
NSTELLEN VAN DE DEURTELEFOON
S
1-
GEBRUIK IN
IMPLEBUS
SYSTEMEN
CV1A
2
JP1
1
Plaats JP1 in positie 1 zoals aangegeven in figuur 4.
1
Plaats jumper CV1A in positie 1 zoals aangegeven
2
in figuur 4.
3
Knip CV4 en CV5 door.
,
. 4714W/2I,
ART
VOOR
CV1
CV7
CV2
CV6
JP2
Fig. 3
CV1
CV7
CV2
JP2
,
. 2418W,
ART
VOOR
1
2
CV4
CV5
Fig. 4
JP1
CV1A
CV4
CV5