3M DBI SALA 3101430 Manual De Instrucciones página 88

3.0 Installatie
3.1 PLANNING: Maak een plan voor uw valbeveiligingssysteem voordat u begint met uw werkzaamheden. Let op alle factoren
die uw veiligheid vóór, gedurende en na een val kunnen beïnvloeden. Overweeg alle eisen en beperkingen die in sectie 2 zijn
gedefi nieerd.
3.2 VERANKERING: Figuur 11 toont typische SRD-verankeringsverbindingen. Kies een verankeringspunt met minimaal risico
op een vrije val of scheef vallen (zie sectie 1). Kies een vast verankeringspunt dat de statische belastingen kan dragen zoals
gedefi nieerd in sectie 1. Als een bovenshoofdse verankering niet haalbaar is, kunnen Nano-Lok SRD's worden vastgemaakt
onder het niveau van de D-ring op de rug van de gebruiker. Voor gebruikers tot 140 kg (310 lbs) mag het verankeringspunt
zich niet meer dan 1,5 m (5 ft) onder de D-ring op de rug bevinden.
3.3 MONTEREN VAN HET HARNAS: Nano-Lok Edge SRD's hebben een koppelstuk voor het monteren van het volledige
lichaamsharnas net onder de D-ring op de rug. De werknemer kan dan het eind van de valstoplijn van de SRD verbinden aan
verankeringspunten over de hele werklocatie. Om de Nano-Lok Edge SRD aan een volledig lichaamsharnas te bevestigen (zie
afbeelding 10):
Sommige volledige lichaamsharnassen zijn uitgerust met een persoonlijke SRD-adapter (PSRD Link), waarin de
D-ring op de rug wordt geïntegreerd met aankoppelingselementen voor aan het harnas bevestigde zelfi ntrekbare
apparaten (afbeelding 9).
1. Maak ruimte bij de singelband van het harnas: Trek beide schouderbanden (A) uit, daar waar ze door de onderkant
van de D-ring op de rug lopen (B) tot er voldoende ruimte is om de vergrendelpen tussen de schouderbanden en de
rugvulling te schuiven.
2. De interface (het koppelstuk) van het harnas openen: Druk de vergrendelingsknoppen (C) tegelijkertijd in en schuif
de vergrendelpen (D) naar buiten.
3. Steek de vergrendelpen door de schouderbanden: Steek met de vergrendelingsknoppen (C) naar buiten en
vergrendelpen naar boven, de drukpen (D) van het harnas-koppelstuk (E) achter de schouderbanden (A) en sluit het
harnas-koppelstuk. Trek de schouderbanden terug door de D-ring op de rug en de rugvulling om speling te verwijderen.
4. Verbind de haak met de lusbanden rond de schouderbanden: Open de haak en lusbanden (F) onderaan de
schokbrekerset. Sla de haak en lusbanden rond de schouderbanden en verzeker ze.
De rode band aan het knopuiteinde van de vergrendelingspen van de harnasinterface wordt zichtbaar als
de harnasinterface wordt ontgrendeld. Zorg er altijd voor, om het per ongeluk losgaan van de verbinding te
voorkomen, dat de harnasinterface is vergrendeld voordat u het harnas en de ermee verbonden SRD gebruikt.
Nalatigheid kan letsel of de dood tot gevolg hebben.
5. Alternatieve verbindingsband: De Nano-Lok Edge SRD-bevestigingsband (3100184) kan als alternatief worden
gebruikt om de onderkant van de Nano-Lok Edge Pack te verzekeren wanneer de vorm van het harnas het gebruik van
de geïntegreerde haak en lusbanden onmogelijk maakt. (Zie afbeelding 20) en raadpleeg hieronder de instructies voor
plaatsing.
A. Instructies voor plaatsing: Afbeelding 20A toont de Nano-Lok Edge SRD-bevestigingsband.
1. Houd er rekening mee dat de Nano-Lok Edge SRD-bevestigingsband gebruik maakt van klittenbandsluitingen:
Haakeinden (1), luseinden (2).
2. Plaats de haakeinden (1) van de verbindingsband onder de schouderbanden van het harnas en de luseinden (2)
over de afdekking van de schokbreker zoals getoond (afbeelding 20B).
3. Wikkel de luseinden over de afdekking van de schokbreker en de schouderbanden van het harnas. Bind nauwkeurig
vast met haakeinden.
Personen die de zelfi ntrekkende valstopapparaten (SRD's) voor het eerst of onregelmatig gebruiken,
moeten eerst de "Veiligheidsinformatie" aan het begin van deze handleiding doornemen voordat ze het
zelfi ntrekkende valstopapparaat gebruiken.
4.0 Gebruik
4.1 VÓÓR IEDER GEBRUIK: Vóór elk gebruik van deze valbeveiligingsuitrusting dient u deze zorgvuldig te inspecteren, om er
zeker van te zijn dat hij in goede staat verkeert. Let op versleten of beschadigde delen. Zorg ervoor dat alle bouten aanwezig
zijn en stevig vastzitten. Controleer het correct terugtrekken van de valstoplijn door de lijn uit te trekken en langzaam
weer terug te laten gaan. Als er enige aarzeling is bij het terugtrekken, moet de eenheid worden verwijderd en vernietigd.
Inspecteer de valstoplijn op insnijdingen, rafels, brandplekken, indeukingen en corrosie. Controleer de blokkering door met
kracht aan de lijn te trekken. Zie het inspectie- en onderhoudslogboek (tabel 3) voor inspectiedetails. Gebruik niets wat bij
inspectie onveilig blijkt.
4.2 NA EEN VAL: Alle uitrusting die is blootgesteld aan de krachten van een valstop of die beschadigingen vertonen die door de
kracht van een valstop zouden kunnen zijn veroorzaakt zoals beschreven in tabel 3, moeten worden verwijderd en vernietigd.
4.3 LICHAAMSONDERSTEUNING: Bij gebruik van zelfi ntrekkende valstopapparaten moet een volledig harnas worden gedragen.
4.4 VERBINDINGEN MAKEN: Afbeelding 11 illustreert de harnas- en verankeringsverbindingen voor SRD valstopsystemen.
Wanneer u een haak gebruikt om een verbinding te maken, zorg er dan voor dat deze niet los kan raken (zie afbeelding 5).
Gebruik geen haken of connectors die niet volledig sluiten over het bevestigingsobject. Gebruik geen musketonhaken zonder
vergrendeling. De verankering moet voldoen aan de sterktevereisten voor verankeringen zoals vermeld in sectie 1. Volg de
instructies van de fabrikant voor elk onderdeel van het systeem.
88