Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
6.2. Montage van de railbeugels
Railbeugels moeten maximaal om de 6 m worden
geplaatst, ongeacht de positie van de verbindingsrail.
Beugels moeten worden geplaatst op een structurele
constructie die bestand is tegen de installatie van een
valbeveiliger type D (14000 N in valrichting voor 3
personen per beugel).
1. Zet de railbeugel vast met een roestvrijstalen M12-
NL
bout van voldoende lengte (de bevestiging moet
zijn voorzien van een systeem tegen losraken).
2. Draai de bout op moment aan.
3. Open het steunonderdeel met behulp van een
inbussleutel van 6 mm (zie afb. 12).
4. Voor grote lengten die worden onderworpen aan
thermische expansie, is het mogelijk om specifieke
uitzettingsbeugels te gebruiken die de beweging
van de rail in de lengte mogelijk maken (zie afb. 13).
Om te voorkomen dat de schroef losraakt, moeten de
M8-bouten worden voorzien van Loctite 243.
6.3. Verbindingsrail monteren
De verbindingsrail kan worden geplaatst door deze in
de rail te schuiven en te bevestigen met twee verzonken
M8-inbusbouten. Breng Loctite 243 of een soortgelijk
product aan om losraken te voorkomen (zie afb. 14).
OPMERKING: Er kan met een markeringspen
een markering worden gemaakt op de bout om de
volgende controles te vergemakkelijken.
6.4. Stop-einde
De eindstops kunnen worden geplaatst door ze in de
rail te schuiven en te bevestigen met twee verzonken
M8-inbusbouten. Breng Loctite 243 of een soortgelijk
product aan om losraken te voorkomen (zie afb. 15).
BELANGRIJK: Een uitkraging moet korter zijn dan
200 mm (zie afb. 16).
6.5. De tussenliggende ingang - uitgang
monteren
De tussenliggende ingang – uitgang wordt bevestigd
met twee M12-bevestigingen, 164 mm gescheiden.
Beugels moeten aan beide zijden van dit onderdeel
worden aangebracht op een afstand van maximaal 1 m
volgens het bovenstaande schema (zie afb. 17).
Breng Loctite 243 aan om te voorkomen dat de vier
verzonken M8-inbusbouten losraken.
46
6.6. De rail afkorten
De rail kan worden afgekort, waarbij erop moet worden
gelet dat het snijgedeelte loodrecht op de lengteas van
de rail staat. Na het afkorten moeten de sectieranden
goed worden ontbraamd.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om de Tractel
boormal te gebruiken om de nauwkeurigheid en
de diameters van de gaten voor de verzonken M8-
inbusbouten te garanderen (zie afb. 18).
6.7. Hoekdelen monteren
Aan beide zijden van de hoekdelen moeten twee
beugels aanwezig zijn: één op maximaal 650 mm
van het hoekuiteinde en één binnen de limiet van 6 m
(volgens afb. 19):
Afhankelijk van de configuratie moeten sommige hoeken
op een frame worden geïnstalleerd. In een dergelijk
geval is voor de montage een verstevigingsbalk nodig
(zie afb. 20). Dit wordt beschouwd als een structurele
steun.
6.8. Aanvullende regels voor het
installeren van rails voor rope access
BELANGRIJK: Om ervoor te zorgen dat de rail
voldoende stijfheid behoudt wanneer hij gebruikt wordt
op hoogte, moeten de beugels ten minste om de 3 m
worden geplaatst. Om een goede werking van de slider
voor rope access mogelijk te maken, moet de rail aan
een wand worden geplaatst.
GEVAAR: De slider voor rope access is geen
valbeveiliger. Hij moet worden gebruikt met een slider
voor valbeveiliging.
Een drukwiel is beschikbaar om beweging van de
slider te blokkeren, zodat de rope access-technici
gemakkelijker kunnen werken.
6.9. Het informatieplaatje monteren
Het informatieplaatje kan worden bevestigd met
zelftappende schroeven of popnagels.
Het plaatje moet ingevuld zijn en bij de toegang tot de rail
geplaatst worden. Er kan aan dit informatieplaatje een
installatie-indeling of railindeling worden toegevoegd.
Het toont de informatie die nodig is voordat een
beveiligde
locatie
wordt
het aantal gebruikers per rail, de datum van de
laatste controle en de aanbevolen persoonlijke
beschermingsmiddelen.
-
®
betreden,
bijvoorbeeld
Capítulos
Tabla de contenido
