Aansluiten van USB-
apparaten
Het USB-apparaat wordt niet
herkend.
Probeer het volgende:
Schakel het systeem uit.
Verwijder het USB-apparaat en
sluit het vervolgens opnieuw aan.
Schakel het systeem in.
Controleer of het USB-apparaat
correct is aangesloten op de
poort (pagina 14).
Controleer of het USB-apparaat of
een kabel beschadigd is.
Zorg dat het USB-apparaat
ingeschakeld is.
Als het USB-apparaat aangesloten is
via een USB-hub, koppelt u het los en
sluit u het USB-apparaat rechtstreeks
op het systeem aan.
Verbind het USB-apparaat met de
ANALOG IN-aansluiting van het
systeem met behulp van een analoge
audio-kabel (niet bijgeleverd).
Aansluiten van mobiele
apparaten
BLUETOOTH-verbinding kan niet
worden gemaakt.
Controleer of de BLUETOOTH-
indicator op het hoofdtoestel oplicht
(pagina 6).
Zorg dat het BLUETOOTH-apparaat
dat moet worden aangesloten,
ingeschakeld is en dat de
BLUETOOTH-functie geactiveerd is.
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
Koppel dit systeem opnieuw met het
BLUETOOTH-apparaat. U moet
mogelijk de koppeling met dit
systeem eerst met behulp van uw
BLUETOOTH-apparaat annuleren.
30
NL
De koppeling kan niet worden
uitgevoerd.
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
Zorg dat dit systeem geen
interferentie krijgt van een
draadloos-LAN-apparaat, andere 2,4
GHz draadloze apparaten of een
magnetron. Als er een apparaat in de
buurt staat dat elektromagnetische
straling genereert, moet u het
apparaat uit de buurt van dit systeem
(USB)-
zetten.
Koppelen is misschien niet mogelijk
wanneer er zich andere BLUETOOTH-
apparaten in de buurt van het
systeem bevinden. Schakel de andere
BLUETOOTH-apparaten uit als dit het
geval is.
Geluid van het aangesloten
mobiele BLUETOOTH-apparaat
wordt niet weergegeven door het
systeem.
Controleer of de BLUETOOTH-
indicator op het hoofdtoestel oplicht
(pagina 6).
Plaats dit systeem dichter bij het
BLUETOOTH-apparaat.
Indien een apparaat dat
elektromagnetische straling opwekt,
bijvoorbeeld een draadloos-LAN-
apparaat of andere BLUETOOTH-
apparaten in de buurt staan of indien
er een magnetron in de buurt is, moet
u deze apparaten verder van het
systeem plaatsen.
Verwijder obstakels tussen dit
systeem en het BLUETOOTH-
apparaat of plaats dit systeem verder
van het obstakel.
Verander de plaats van het
aangesloten BLUETOOTH-apparaat.
Verander de draadloos-LAN-
frequentie van elke draadloos-LAN-
router of pc in de omgeving naar de
5 GHz-band.
Verhoog het volume op het
aangesloten BLUETOOTH-apparaat.