8 INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk "INSTRUCTIES VOOR HET ONDE-
RHOUD".
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
• Bewaar deze handleiding op een veilige, bekende plaats, om
haar altijd te kunnen raadplegen zolang het apparaat mee-
gaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door de
fabrikant, in overeenstemming met de geldende veiligheid-
svoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Maak voor assistentie uitsluitend gebruik van door de fa-
brikant erkende technische centra, en sta op het gebruik van
originele vervangingsonderdelen.
• Laat minstens tweemaal per jaar onderhoud plegen op het
apparaat. Geadviseerd wordt om een onderhoudscontract af
te sluiten.
• Het apparaat is bestemd voor professioneel gebruik en moet
worden bediend door opgeleide personen.
• Het apparaat is bestemd voor het bereiden van voedsel in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen.Ieder ander
gebruik is oneigenlijk.
• Laat het apparaat niet gedurende lange periodes leeg we-
rken.
• Houd het apparaat tijdens de werking in het oog.
• In het geval van een storing of een defect in het apparaat
moet de gaskraan worden dichtgedraaid en/of moet de hoo-
fdschakelaar van de elektrische voeding, die bovenstrooms
van het apparaat geplaatst is, worden uitgeschakeld.
• Voer de reiniging uit volgens de instructies in het hoofdstuk
"INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING".
• Houd geen ontvlambare materialen in de buurt van het appa-
raat. BRANDGEVAAR.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
• Gebruik het apparaat niet zonder de voorgeschreven filters.
• Als de glaskeramiekplaat gebarsten of kapot is, mag de in-
ductiekookplaat niet in werking worden gesteld. Dit zou ge-
vaarlijk kunnen zijn.
• Vanwege de warmteoverdracht door de pan is de glaskera-
miekplaat erg heet na elk bereidingsproces, en mag hij dus
niet worden aangeraakt (om brandwonden te vermijden).
• Leg geen metalen voorwerpen (gereedschappen, messen,
enz.) in de buurt van de bereidingszones, want zij kunnen
heel snel heet worden.
• Let tijdens het gebruik op ringen, horloges en soortgelijke
voorwerpen die de gebruiker draagt, want deze kunnen heet
worden als ze te dicht in de buurt van de bereidingszone ko-
men.
• De gebruikers moeten op de hoogte worden gesteld van het
mogelijke gevaar voor personen met pacemakers of metalen
prothese.
38
9 GEBRUIK VAN DE INDUCTIEPLAAT /WOK
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
• Het apparaat is bestemd voor de bereiding van voedsel in
pannen en koekenpannen.
• Gebruik pannen met een vlakke bodem. Gebruik de speci-
fieke pan op de Wok.
• Laat de platen niet ingeschakeld zonder pan of met een lege
pan.
• Giet geen koude vloeistoffen op de hete plaat.
• De inductiekookplaat (van glaskeramiek) is klaar voor het ge-
bruik, er is geen voorverwarmingsfase nodig.
• Gebruik geen pannen van gelaagd metaal met een alumi-
nium lichaam met open rand.
• Dit verwarmingssysteem functioneert niet met ongeschikte
materialen.Dit zijn:roestvrij staal met nikkelchroom, alumi-
nium., koper, messing, glas, porselein.
• Pannen met een doorsnede van minder dan ongeveer 12 cm
worden niet herkend door het systeem, en de verwarming
blijft uitgeschakeld.
• Geadviseerd wordt om pannen te gebruiken met een door-
snede van maximaal 28 cm, voor een maximale efficiëntie
van de verwarming.
• Laat de plaat niet ingeschakeld zonder of met een lege pan.
• Let op bij het verplaatsen van de pannen.De glaskeramiek-
plaat kan worden beschadigd als ertegen gestoten wordt.
• Zet de pan in het midden van de bereidingszone.
• Geadviseerd wordt om speciaal voor inductie ontwikkelde
pannen te gebruiken. Al te goedkope pannen zijn over het
algemeen niet betrouwbaar.
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERWARMING
De bedieningsknop voor inschakeling van de stralingselemen-
ten kan in de volgende standen worden gezet:
0 Uit
1 Laagste temperatuur
2 ÷5 Tussenliggende temperaturen
6 Hoogste temperatuur
10 PERIODES WAARIN HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
Doe het volgende als het apparaat een tijd niet zal worden ge-
bruikt:
• Maak het apparaat grondig schoon.
• Wrijf alle roestvrij stalen oppervlakken in met een doek met
vaselineolie, zodat er een beschermend laagje wordt aange-
bracht.
• Laat de deksels van de pannen open staan.
• Draai kranen dicht en zet hoofdschakelaars uit die vóór het
apparaat zijn geplaatst.
Doe het volgende als het apparaat lange tijd niet is gebruikt:
• Controleer het apparaat, alvorens het weer te gebruiken.
• Laat elektrische apparaten gedurende minstens 60 minuten
functioneren op de laagste temperatuur.
INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.