De radio gebruiken
Afstemmen op radiozenders
1
Druk op de TUNER BAND toets om de gewenste
radioband te selecteren: FM of AM.
2
Houd de 4 of ¢ toets ingedrukt om af te
stemmen op de gewenste frequentie.
⁄
• Om af te stemmen op een zwakke zender, kunt u
herhaaldelijk kort op de 4 of ¢ toets drukken tot de
exacte frequentie op het display verschijnt, of tot u de beste
ontvangst heeft.
STEREO/MONO
Druk op de RESOLUTION/ STEREO/MONO toets en
kies tussen mono of stereo.
Wanneer u voor stereoweergave heeft gekozen, zal
het "STEREO" pictogram op het display verschijnen
bij ontvangst van een FM-stereozender.
⁄
• U kunt alleen tussen stereo-kiezen of monoweergave bij FM-
zenders.
Automatisch voorprogrammeren
U kunt radiozenders automatisch laten
voorprogrammeren.
1
Druk op de TUNER BAND toets om de gewenste
radioband te selecteren: FM of AM.
2
Houd de SEARCH/MEMORY toets tenminste 2
seconden ingedrukt.
De radiozenders die goed ontvangen kunnen
worden zullen nu automatisch worden
voorgeprogrammeerd.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar
is, zal het toestel afstemmen op voorkeuzezender
P01.
24
C-717DV
A % & 8 K P F D 0 .
Handmatig voorprogrammeren
U kunt maximaal 30 FM-zenders en 10 AM-
zenders opslaan in het geheugen. Wanneer een
voorkeuzezender wordt geselecteerd, verschijnt het
voorkeuzenummer op het display.
1
Druk op de TUNER BAND toets om de gewenste
radioband te selecteren: FM of AM.
2
Gebruik de 4 of ¢ toets om af te stemmen
op de gewenste frequentie.
3
Druk op SEARCH/MEMORY zodat de
aanduiding "P – –" op het display verschijnt.
4
Als u deze zender wilt opslaan onder een ander
voorkeuzenummer, druk dan op FOLDER/P.
CALL 5 of ∞, of gebruik de cijfertoetsen
0–9 om het gewenste voorkeuzenummer te
selecteren.
5
Druk nogmaals op de knop ENTER om de
radiozender op te slaan.
6
Herhaal stap 2 t/m 5 om andere
voorkeuzezenders op te slaan.
⁄
• Als er bij het voorprogrammeren niet binnen 20
seconden op een toets wordt gedrukt, zal het systeem het
voorprogrammeren automatisch afsluiten.
Afstemmen op een voorkeuzezender
Gebruik de FOLDER/P.CALL 5 of ∞ toets
of de cijfertoetsen 0–9 om het gewenste
voorkeuzenummer te selecteren.
Het voorkeuzenummer en de frequentie verschijnt
op het display.
⁄
• Gebruik de cijfertoetsen zoals hieronder wordt aangegeven:
Om 1 te selecteren
1 en ENTER
Om 2 te selecteren
2 en ENTER
Om 10 te selecteren
1, 0 en ENTER