3.6
DEACTIVERING EN UITSCHAKELING VOOR LANGE TIJD (afb. 27, 22)
Handel als volgt om de warmtepomp te deactiveren:
•
Neem de voeding naar de buitenunit weg
Op deze wijze blijft de functie ter preventie van de blokkering van de circulatiepomp actief.
Als de warmtepomp gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden:
•
Neem de voeding van de binnenunit weg met de schakelaar (afb. 27 ref. C) op het bedieningspaneel
•
Neem de voeding van de binnenunit en van de buitenunit weg met de hoofdschakelaars
Door ook de voeding naar de binnenunit weg te nemen, blijft de functie ter preventie van de blokkering van de circulatiepomp
niet actief en zou het nodig kunnen zijn de pomp te moeten deblokkeren (afb. 22).
Door de lucht-water warmtepomp vervolgens opnieuw in werking te stellen, na een lange periode van inactiviteit van de
warmtepomp, wordt geadviseerd om de tussenkomst van de Technische Assistentiedienst aan te vragen.
3.7
REINIGING
De enige reinigingshandeling die degene die voor de installatie verantwoordelijk is moet uitvoeren, is om de externe panelen van
de lucht-water warmtepomp te reinigen en dit alleen met doeken die vochtig gemaakt zijn met water en zeep.
In geval van hardnekkige vlekken kan de doek vochtig gemaakt worden met een mengsel van 50% water en gedenatureerde
Gebruik geen sponsjes die doordrenkt zijn met schuurproducten of reinigingsproducten in poedervorm. Het is verboden
om ongeacht welke reiniging uit te voeren voordat het apparaat van de elektrische voeding afgesloten is, door de
hoofdschakelaars van de binnenunit en de buitenunit op "uit" te zetten.
3.8
PERIODIEK ONDERHOUD
te houden. Dit onderhoud kan zesmaandelijks uitgevoerd worden, enkele ingrepen kunnen jaarlijks uitgevoerd worden en andere
door de Technische Assistentiedienst die technisch bevoegd en voorbereid is en die bovendien, indien nodig, over de originele
reserveonderdelen beschikt.
Het onderhoudsplan dat de Technische Assistentiedienst van OLIMPIA SPLENDID of de onderhoudsmonteur jaarlijks in acht
moet nemen, beoogt de volgende handelingen en controles:
•
Controle van de druk in het expansievat.
•
Vullen van het watercircuit
•
Aanwezigheid lucht in het watercircuit.
•
Elektrische voedingsspanning.
•
Elektrische absorptie.
•
Bevestiging van de elektrische verbindingen.
•
Reiniging roosters ventilatoren en vinnen aggregaat buitenunit.
3.9
ALARMEN
3.9.1
Alarmen op het display van de binnenunit
Tabel 6 toont de alarmen of de overrides die op het display van het bedieningspaneel weergegeven kunnen worden.
De overrides zijn GEEN waarschuwing van de slechte werking van het systeem maar signaleren een speciale, tijdelijke
situatie van de werking. De overrides vereisen NIET de tussenkomst van de technische assistentie.
Wanneer een alarm verschijnt, verschijnt de mnemonische melding op het display gaat op hetzelfde moment led 5
en wordt het alarmcontact tussen de klemmen 16 en 17 gesloten.
Code Override/Alarm
Override #1
Override #2
Override #3
Override #4
Override #5
Override #6
Alarm #1
Alarm #2
Alarm #3
Mnemonische weergave
Or1
Temperatuur van binnenkomend water lager dan 10°C
Or2
Antivriesbescherming warmtewisselaar
Or3
Verzoek om actievering warmtebron actief
Or4
TA-contact geopend (klem 6 van de elektronische kaart)
Or5
Beperking van capaciteit van de buitenunit
Or6
Ontdooicyclus in uitvoering
A1
Defect sensor uitgaand water
A2
Defect sensor binnenkomend water
A3
Defect sensor reservoir sanitairwater
Beschrijving override/alarm
3
branden
81