Testen En Controles; Vullen Met Extra Koelmidde; Hydraulische Aansluitingen - Olimpia splendid Sherpa OS-CEBSH24EI Instrucciones Para La Instalación, Uso Y Mantenimiento

2.4.1 Testen en controles (afb. 14-15)
Nadat de buizen aangesloten zijn, moet de perfecte afdichting van de koelinstallatie nagekeken worden.
Voor het uitvoeren van de hierna beschreven handelingen, moet een manometergroep gebruikt worden die speciaal voor R410A
bestemd is, en een vacuümpomp met een minimumdebiet van 40 l/min:
1 Schroef de sluitdop van de serviceaansluiting van de gasleiding los (afb. 14 ref.C).
2
serviceaansluiting van de gaslijn (afb.15).
3 Schakel de pomp in en open de kranen van de manometergroep.
4 Verlaag de druk tot -101kPa (-755mmHg, -1bar).
5 Handhaaf de onderdruk gedurende minstens 1 uur.
6 Sluit de kranen van de manometergroep en schakel de pomp uit.
7 Alleen als de druk op -101kPa (-755mmHg, -1bar) gebleven is, gaat u over naar de handelingen van punt 8. Als de druk
binnenin het circuit gestegen is tot een waarde van meer dan -101kPa (-755mmHg, - 1bar) dient het lek opgezocht te worden
opnieuw bij punt 3 te beginnen.
8 Open met een zeskant sleutel van 4 mm de steel van de vloeistofklep tot deze geheel open is.
9 Open met een zeskante sleutel van 5 mm de steel van de gasklep tot deze geheel open is.
10 Neem de buigzame vulleiding weg die aangesloten is op de serviceaansluiting van de gasleiding.
11 Breng opnieuw de dop van de serviceaansluiting van de gasleiding aan en zet hem vast met een Engelse of vaste sleutel
12 Breng opnieuw de doppen van de stelen van de servicekleppen aan van zowel het gas als de vloeistof en zet ze vast.
Afbeelding 14:
A
B Deksel klepsteel
C Vulgat
D Hoofdklep
Afbeelding 15:
A Manometergroep
B Eventuele vacuümmeter
C Vacuümpomp
D
E Serviceaansluiting (gesloten)
F Gasbuis
G Vloeistofbuis
H Buitenunit
2.4.2 Vullen met extra koelmiddel (afb.16, 17)
Als de leidingen langer dan 5 meter zijn, moet koelmiddel bijgevuld worden zoals vermeld wordt in de tabel in par. 2.4.
Noteer op de bij de buitenunit geleverde sticker (afb. 16) de vulling van de buitenunit (A), de hoeveelheid extra koelmiddel die
toegevoegd wordt (B) en de totale vulling van het systeem (A+B).
Afbeelding 17:
A Manometergroep
B Eventuele vacuümmeter
C
D R410A-gastank
E Serviceaansluiting (gesloten)
F Gasbuis
G Vloeistofbuis
H Buitenunit
2.5 HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN (afb. 18, 19, 20, 21)
De keuze en de installatie van de componenten wordt overgelaten aan de competente installateur die te werk dient te gaan
volgens de regels van het vak en de normen van de heersende wetgeving.
Alvorens de leidingen aan te sluiten, moet gecontroleerd worden of deze geen stenen, zand, roest, afval of hoe dan ook onbekende
deeltjes bevatten die de installatie zouden kunnen beschadigen.
Het is zaak om een bypass in de installatie aan te brengen om de warmtewisselaar met platen te kunnen wassen zonder het
apparaat te moeten afsluiten. De aansluitleidingen moeten ondersteund worden op een wijze dat het gewicht ervan niet op het
apparaat drukt.
De hydraulische aansluitingen zijn op het lage deel van de unit in positie gebracht (afb. 18).
De hydraulische verbindingen worden gecompleteerd met de installatie van:
• kleppen voor de ontluchting in de hoogste punten van de leidingen
• buigzame, elastische koppelingen
• onderbrekingskleppen
• zorg voor een thermische isolatie van alle hydraulische componenten en leidingen
2
67