Hoofdstuk
2
Zijde
12
2.6
Aanwijzingen voor specifieke gevaren
Elektrische energie
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen uitsluitend van een elektricien of van
geautoriseerde vaklui onder leiding en opzicht van een elektricien in overeenstemming met de
elektrotechnische regels worden uitgevoerd.
Apparatuur, waaraan inspectie- en onderhoudswerkzaamheden en het verhelpen van storingen
worden doorgevoerd, moeten spanningsvrij worden geschakeld en tegen het opnieuw inschakelen
worden beveiligd, wanneer geen spanning voor deze werkzaamheden noodzakelijk is. Dit mag
uitsluitend van een elektricien worden uitgevoerd.
Korvenstapelaar
KO/50-50 | KO/65-53 | KO/50-50K | KO/65-53K | KOUH/50-50 | KOUH/65-53 | EBS/50-50 | EBS-T/50-50 | EBSH/50-50 | EBSH-T/50-50
Veiligheidsaanwijzingen
Aanwijzingen voor specifieke gevaren
4330007_A0