G1 - G9
4. Bediening van het apparaat
4.1
Overzicht van bedieningselement
4.2
De generator starten
Voordat u de generator op het elektriciteitsnetwerk aansluit, moet u ervoor zorgen dat alle aansluitingen op de gasuitlaten aan de
achterkant van de generator afgekoppeld zijn.
Bij G4-modellen moet de interne mass flow controller (MFC) zo geconfigureerd worden dat het gas naar de stikstofuitlaat van de MFC
gestuurd wordt. De generator zal geen zuiverheid bereiken als het gas door de stikstofuitlaat in de atmosfeer terechtkomt. Steek een
kogelventiel in de MFC, zodra deze geconfigureerd is, en laat dit ventiel openstaan.
Configuratie van de Mass Flow Controller.
1.
Verwijder het zijpaneel van de generator.
De constructie met de Mass Flow Controller (MFC) en het omloopventiel
bevindt zich meteen achter de MFC-stikstofuitlaat.
2.
Draai de hendel van het omloopventiel in de gewenste richting, zoals
aangegeven:
Positie (A) stuurt het gas door de MFC naar de MFC-stikstofuitlaat.
Positie (B) stuurt het gas meteen naar de stikstofuitlaat en omzeilt de MFC.
3.
Plaats het zijpaneel van de generator weer terug.
1. Menudisplay met 16x2 lijnen.
2. Toetsenpaneel om door het menu te navigeren en de generator
te bedienen.
3. Indicatielampje met drie kleuren voor systeemcontrole.
Indicatielampje Status van de generator
Groen / Rood
Oranje
30
- Cyclus van de generator
- Stand-bystand