BIJZONDERE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
■
Deze machine is uitgerust met een speciaal geconfigureerd
stroomsnoer. Als het stroomsnoer beschadigd of op een
andere manier defect is, mag het uitsluitend door de fabrikant
of een geautoriseerde reparatieagent worden vervangen.
■
Zorg ervoor dat alle vergrendelknoppen en klemhendels
stevig zijn vastgemaakt voor u de machine begint te
gebruiken.
■
Gebruik de machine niet als de beschermers niet zijn
aangebracht, niet werken of niet goed zijn onderhouden.
■
Plaats nooit een hand in het zaagbladbereik wanneer
de zaagmachine met een elektrische stroombron is
verbonden.
■
Probeer de machine nooit te stoppen als die in
beweging is door een werktuig of een ander voorwerp
tegen het zaagblad te klemmen aangezien dit ernstige
ongevallen kan veroorzaken.
■
Voor u een accessoire gebruikt, raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing. Het oneigenlijk gebruik van een
accessoire kan schade veroorzaken.
■
Selecteer het correcte zaagblad voor het materiaal dat
moet worden gezaagd.
■
Houd rekening met de maximumsnelheid die op het
zaagblad is aangeduid.
■
Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u
een zaagblad hanteert.
■
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is gemonteerd
voor u het gebruikt.
■
Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait.
Houd het zaagblad scherp.
■
Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere
diameter dan aangewezen. Gebruik geen afstandhouders
om het zaagblad op de as te doen passen.
■
Overweeg het gebruik van speciaal ontworpen
geluidsdempende zaagbladen.
■
Gebruik geen HSS-zaagbladen.
■
Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen.
■
Hef het zaagblad uit de groef in het werkstuk op voor u
de schakelaar loslaat.
■
Zorg ervoor dat de arm stevig is vastgemaakt wanneer
u afschuint.
■
Klem niets tegen de ventilator om de motoras vast te
houden.
■
De zaagbladbeschermer op uw zaagmachine zal
automatisch omhoog komen wanneer de arm naar
beneden wordt gelaten en zal over het zaagblad uitsteken
wanneer de arm wordt opgeheven. De beschermer
kan met de hand worden opgeheven wanneer u een
zaagblad installeert of verwijdert of wanneer u de
zaagmachine inspecteert. Hef de zaagbladbeschermer
nooit op tenzij de zaagmachine is uitgeschakeld.
■
Houd de omgeving van de machine goed onderhouden
en verwijder los materiaal, zoals houtchips en
afgezaagde stukjes.
24
■
Controleer regelmatig of de motorluchtgleuven schoon
en vrij van houtchips zijn.
■
Ontkoppel de machine van de stroomvoorziening voor
u onderhoudswerk verricht of wanneer u het zaagblad
vervangt.
■
Voer nooit reinigings- of onderhoudswerken uit
wanneer de machine nog draait en de kop zich niet in
de rustpositie bevindt.
■
Indien mogelijk, monteert u de machine steeds op een
werkbank.
■
Wanneer u een versteksnede, schuine snede of
samengestelde versteksnede uitvoert, stelt u de
verstelbare verstekgeleider af om te zorgen dat de
juiste vrije afstand voor de toepassing wordt bereikt.
■
Verwijder geen afgezaagde stukjes of andere delen van
het werkstuk uit het zaagbereik terwijl de zaagmachine
draait.
■
Voor u begint te werken, controleert u dat de machine
op een voldoende stabiel, effen oppervlak is geplaatst.
■
Zaag nooit lichte legeringen, vooral magnesium.
■
Gebruik geen slijp- of diamantschijven.
■
In geval van ongeval of defect aan de machine, dient
u de machine onmiddellijk uit te schakelen en van de
stroomvoorziening te ontkoppelen.
■
Rapporteer alle defecten en markeer de machine om te
voorkomen dat anderen de defecte machine gebruiken.
■
Wanneer het zaagblad wordt geblokkeerd door
een abnormale voedingskracht tijdens het zagen,
schakelt u de machine uit en ontkoppelt u deze van
de stroomvoorziening. Verwijder het werkstuk en zorg
ervoor dat het zaagblad vrij draait. Schakel de machine
in en start een nieuwe zaagopdracht met beperkt
voedingsvermogen.
■
Zorg ervoor dat u zich altijd links of rechts van de
zaaglijn bevindt.
■
Zorg voor voldoende algemene en plaatselijke
verlichting.
■
Zorg ervoor dat de gebruiker degelijk is opgeleid in het
gebruik, de afstelling en de werking van de machine.
■
Schakel de machine uit wanneer deze onbeheerd wordt
achtergelaten.
■
Verbind de zaagmachine met een stofafzuigsysteem
wanneer u het in de zaagmodus gebruikt. Houd altijd
rekening met factoren die een invloed kunnen hebben
op de blootstelling aan stof, zoals de materiaalsoort die
door de machine moet worden bewerkt (spaanplaat
produceert meer stof dan hout), afstelling van het
zaagblad, afstelling van plaatselijke afzuiging en
afzuigkappen,
afschermplaten
luchtsnelheid van stof.
■
Zorg ervoor dat alle zaagbladen en flensen schoon
zijn en de inspringzijden van de kraag zich tegen het
zaagblad bevinden. Maak de borgmoer stevig vast.
■
Houd het zaagblad scherp en goed gemonteerd.
■
Probeer het niet te gebruiken in een andere dan de
Nederlands
en
goten
en
de