3.2 APPARAAT
Het apparaat bestaat voor meer dan 90% van zijn gewicht uit
recyclebare metalen materialen (roestvrij staal, gealumineerd
staal, koper ...).
Het apparaat moet worden afgevoerd in overeenstemming
met de geldende voorschriften.
•
Niet achterlaten in het milieu.
•
Maak het apparaat onbruikbaar voordat het wordt
afgevoerd.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert
belangrijke informatie over de veiligheid bij de installatie,
het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het
onderhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is
door de fabrikant, in overeenstemming met de geldende
veiligheidsvoorschriften
handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het model wordt
aangegeven op de verpakking en op het gegevensplaatje
van het apparaat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat
niet af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
TOEPASSELIJKE NORMEN EN WETTEN
4
Installeer
het
apparaat
veiligheidsnormen.
De installatie en de aansluiting van de apparatuur moet
wordenuitgevoerd overeenkomstig de geldende normen.
Installeer het apparaat overeenkomstig de norm EN 1717 en
de geldende nationale reglementen inzake water.
5
UITPAKKEN
Controleer de conditie van de verpakking. Als deze zichtbaar
beschadigd is, moet de expediteur worden gevraagd om een
inspectie van de goederen.
• Verwijder de verpakking.
• Verwijder
de
beschermfolie van
Eventuale lijm die hierop achterblijft kunt u verwijderen met
een geschikt oplosmiddel.
PLAATSING
6
• De afmetingen van het ruimtebeslag van het apparaat en
de positie van de aansluitingen worden aangegeven in het
installatieschema aan het begin van deze handleiding.
• Het apparaat kan afzonderlijk of in combinatie met andere
apparaten van dezelfde serie worden geïnstalleerd.
• Het apparaat is niet geschikt voor inbouw.
• Stel het apparaat op met een ruimte van minstens 10 cm
tot de wanden eromheen. Deze afstand mag kleiner zijn als
de wanden onbrandbaar zijn, of beschermd zijn door een
thermische isolatie.
• Zet het apparaat waterpas met de stelpootjes
48
en
de
instructies
in
overeenkomstig
de
geldende
de
buitenpanelen.
6.1 MONTAGE VAN HET APPARAAT OP EEN BASIS, IN
BRUGOPSTELLING, VRIJHANGEND
Volg de instructies die worden gegeven bij het gebruikte type
ondersteuning.
6.2 BEVESTIGING VAN HET APPARAAT AAN DE VLOER
Zet afzonderlijk geïnstalleerde apparaten met een breedte
van 40 cm vast aan de vloer. Gebruik de speciale pootjes
met flens.
6.3 VERBINDING VAN APPARATEN
• Haal de knoppen op de voorkant van hetapparaat weg en
verwijder het bedieningspaneel.
• Zet de apparaten tegen elkaar en zet hen waterpas zodat
de werkbladen op elkaar aansluiten.
• Verbind de apparaten met de schroeven .
DAMPAFVOERSYSTEEM
7
Realiseer de dampafvoer volgens het "Type" apparaat. Het
"Type" wordt vermeld op het typeplaatje van het apparaat.
7.1 APPARATUUR TYPE "A1"
Plaats apparatuur van het type "A1" onder een afzuigkap, om
te verzekeren dat rook en dampen die tijdens het koken
ontstaan worden afgevoerd.
deze
7.2 APPARATUUR TYPE "B21"
Plaats apparatuur van het type "B21" onder een afzuigkap.
7.3 APPARATUUR TYPE "B11"
Monteer boven apparatuur van het type "B11" een geschikt
rookkanaal, dat kan worden besteld bij de fabrikant van de
apparatuur. Volg de bij het rookkanaal geleverde montage-
instructies op.
Verbind een buis met een diameter van 150/155 mm,
bestand tegen een temperatuur van 300°C, met het
rookkanaal.
Leid deze naar buiten of naar een schoorsteen waarvan u
zeker weet dat hij goed functioneert. De buis mag niet langer
zijn dan 3 meter.
VERBINDINGEN
8
De positie en de afmeting van de aansluitingen worden
vermeld in het installatieschema aan het begin van deze
handleiding.
VERBINDING MET DE GASLEIDING
8.1
Controleer of het apparaat geschikt is voor het type gas
waarmee het gevoed wordt. Controleer wat er wordt
aangegeven op de labels op de verpakking en op het
apparaat. Pas het apparaat indien nodig aan aan het
gebruikte type gas. Volg de instructies in de paragraaf
"Aanpassing aan een ander type gas" verderop in dit boekje
op.
Op top-apparaten is ook een aansluiting aan de achterkant
beschikbaar. Schroef de aanwezige dop los en draai hem
helemaal vast op de aansluiting aan de voorkant.
• Installeer bovenstrooms van het apparaat, op een
gemakkelijk te bereiken plaats, een kraan om het gas snel
te kunnen afsluiten.
• Gebruik geen aansluitleidingen met een kleinere diameter
dan die van de gasaansluiting van het apparaat.
• Controleer na de aansluiting of er geen lekken zijn op de
verbindingspunten.