Voor de beginner en voor de expert een prima hulpmiddel
bij het werk, met veel ideeën voor het bewerken.
Electrische aansluiting
De geinstalleerde electromotor is klaar voor gebruik aan-
gesloten.
De netaansluiting bij de klant en het gebruikte verleng-
snoer moeten aan de geldige voorschriften voldoen.
Belangrijke opmerking
Bij overbelasting van de motor wordt deze automatisch uit-
geschakeld. Na een afkoelperiode (van tijd tot tijd verschil-
lend) kan de motor weer worden ingeschakeld.
Beschadigde electro-aansluitings-kabels
Aan electrische aansluitingskabels ontstaan vaak isolatie-
schaden.
Oorzaken zijn:
• Kneuzingen, als de aanslutingskabel door venster of
deurkieren geleid wordt.
• Knikken door onjuiste bevestiging of geleiding van de
aansluitingskabel.
• Sneeën door over de aansluitingskabel heen te rijden.
• Isolatieschaden door het uitrukken uit het stopcontact.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Zulke beschadigde electro-aansluitingskabels mogen niet
gebruikt worden en zijn door de isolatischaden Ievensge-
vaarIijk.
Electrische aansluitingskabels regelmatig op schaden
contro leren. Let u er op, dat tijdens het controleren de aan-
slui tingskabel niet op het stroomnet is aangesloten.
Electrische aansluitingskabels moeten aan de voor uw land
geldende bepalingen voldoen.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet overeenkomen met de gegevens op
het typeplaatje van de motor.
• Verlengsnoeren moeten bij een lengte van 25 m een
doorsnede van 1,5 mm
hebben, bij een lengte van meer
2
dan 25 m ten minste 2,5 mm
• De netaansluiting heeft een zekering van 16 A traag.
• De netaansluting moet een zekering van maximaal 16 A
hebben.
• Bij de aansluiting op het net of bij verandering van
standplaats moet de draairichting worden gecontroleerd;
eventueel moet de polariteit worden verwisseld.
Aansluitingen en reparaties aan de electrische installatie
mogen alleen door een bevoegd electro-vakman worden
uitgevoerd.
Bij vragen a.u.b. de volgende gegevens aangeven:
• fabrikant van de motor
• stroomsoort van de motor
• gegevens van het typeplaatje van de machine
• gegevens van het typeplaatje van de schakelaar
Bij het terugzenden van de motor altijd de volledige aan-
drijvingseenheid met schakelaar opsturen.
28 nederlandse
.
2
Onderhoud
• Reparatie, onderhouds en reinigingswerkzaamheden
en het verhelpen van storingen principieel alleen met
uitgeschakelde aandrijving verrichten.
• Alle bescherm en veiligheidsinrichtingen moeten na
afloop van de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
meteen weer gemonteerd worden.
• Het schroefdraad van de spil voor het opnemen van het
gereedschap reinigen en een beetje met olie insmeren.
• De buitenspil van de losse kop af en toe eruit draaien,
reinigen en met droog glijmiddel inspuiten. De schroef-
spil invetten.
• De excentriekklem van de losse kop en van de support
controleren en indien nodig bijstellen. Daarvoor de in-
busmoer onder de klemklauw vastdraaien.
• Aandrijfriem controleren en indien nodig vervangen.