Wisselen van opspangereedschap
• Draai de stelschroef aan de schacht van het opspange
reed schap los.
• Houd de spindel met de zeskantsleutel vast, draai het
opspangereedschap los met behulp van de zeskantsleu-
tel.
Vaste kop, Fig. 8
• De vaste kop kan na het losdraaien van de klemgreep en
optillen van de borgpen maximaal 180° worden gedraaid
(mogelijke posities 60°/90°/135°/180°).
• In iedere positie moet de vaste kop weer worden vastge-
zet.
• De vaste kop kan, indien niet vastgezet, over het draai-
bankbed worden verschoven, om de materiaalsteun links
van de losse kop aan te brengen.
• In deze posities hebt u de mogelijkheid, werkstukken
met grotere diameter te bewerken.
Losse kop
• De losse kop kan na het losmaken van de excentriek
klem over de gehele lengte van het bed versteld worden
en kan op elke afstand ten opzichte van de vaste kop
vast geklemd worden.
• Voor het spannen van een werkstuk tussen de center
punten het klemhandel losdraaien, de buitenspil ca. 20
mm eruit draaien en vastklemmen.
• De losse kop tegen het werkstuk aan zetten en de center
punt van de losse kop in het verdiepte middelpunt zet-
ten.
• De buitenspil van de losse kop zover eruit draaien, tot
de centerpunkt van de losse kop vast in het hout zit. Het
klem handel weer vastdraaien.
• Het werkstuk met de hand draaien en controleren, of het
werk stuk goed vast tussen de centerpunten zit en vrij
bewegen kan. Vervangen van de centerpunten van de
losse kop.
• Klemhandel (1) losdraaien
• Buitenspil van de losse kop helemaal terugdraaien
• Bij de aanslag komt de centerpunt van de losse kop los
en kan hij eruit gehaald worden.
Support, Fig. 9, 10
• De support dient voor de veilige geleiding van het draai
ers gereedschap en is tegelijkertijd steun voor uw hand.
De hoogteverstelling van de support geschiedt na het
losdraaien van het klemhandel (2). Voor het verder draai-
en in de richting van de pijl uittrekken.
• De support op een afstand van 1 – 3 mm van het werk-
stuk zetten. De instelling controleren, daarvoor het werk-
stuk met de hand draaien.
• De support ca. 3 mm boven de as van het werkstuk
instellen. De support opnieuw controleren, daarbij het
werkstuk weer met de hand draaien.
• Na het losdraaien van de excentriekklem (1) kan de
console van de support in lengterichting over de gehele
lengte van het bed en in dwarsrichting tot aan het werk-
stuk verplaatst worden. Bovendien kan de console van
de support naar beide kanten ca. 45º gekanteld wor-
den.
• Voor de bewerking van een vlak oppervlak de support 90º
draaien en op het te bewerken vlak zetten. Al naar ge-
lang het draaiersgereedschap de support tot 6 mm onder
de werkstukas instellen.
• Wordt de vaste kop gedraaid, dan moet de materiaal-
steun met de verlenging worden gebruikt (Fig. 11).
• Hiertoe wordt deze links van de vaste kop geplaatst, zo-
dat nu grotere schijven kunnen worden bewerkt.
Geleiding van het gereedschap, Fig. 11
Voorbeelden van de geleiding van het gereedschap tijdens
het bewerken van de meest voorkomende basisvormen. Na
aansluting op het stroomnet is de scheppach draaibank
dmt 450 klaar voor gebruik. Neemt u daarvoor de gebruiks
aanwijzing „elektrische aansluiting" in acht.
Wenken voor het werken met de machine
Een vereiste voor het deskundig draaien is goed en scherp
draa iersgereedschap.
Keuze van het materiaal
• Draaihout moet van goede kwaliteit zijn, zonder ge-
breken, zoals, dwarsscheuren, oppervlaktescheuren of
kwasten. Slecht hout neigt tot splinteren en vormt een
risico voor ge bruiker en machine.
• Werkstukken van gelijmd hout, dienen alleen door een
ervaren vakman bewerkt te worden. Het draaien van dit
soort hout vereist een zorgvuldige manier van lijmen
zonder zwakke punten, aangezien het werkstuk door de
ontstane middelpuntvliedende kracht kan exploderen.
• Wenk: Het beheersen van basiskennis dient de leek zich
uitsluitend met massief materiaal aan te leren.
Voorbereiding van het materiaal
• Voor het draaien van langshout moet het materiaal eerst
tot een vierkante vorm gezaagd worden.
• Voor het draaien van dwarshout moet het materiaal ook
eerst ruw op maat gezaagd worden. Met de lintzaag ruw
op maat zagen. Geschikt is een achthoekige vorm, waar-
door vibraties verminderd worden.
Werkstukken centreren (Fig. 12)
Het centreren van de voorbereide werkstukken is vóór het
inzetten in de machine een belangrijke handeling.
Centreren wil zeggen: het middelpunt van het werkstuk op-
meten en met centerpons markeren.
Een putje van 1,5 à 2 mm Ø in het middelpunt slaan.
Als het werkstuk niet exact gecentreerd wordt, ontstaan er
door onbalans te sterke vibraties. Als gevolg hiervan kan
het werkstuk uit de machine geslingerd worden.
WENK: Exacte centrering van het werkstuk is zuiver rond-
draaien.
Tijdens de draaiwerkzaamheden
• Het nog ruwe werkstuk met een laag toerental bewer-
ken.
• Na het voordraaien, dat wil zeggen als de basisvorm van
het werkstuk en een gelijkmatig ronddraaien bereikt is,
kan het toerental verhoogd worden.
• De meedraaiende centerpunt moet via het handwiel, met
uitgeschakelde motor, tussendoor bijgesteld worden. De
centerpunt moet goed vast in het hout zitten.
• Het werkstuk met de hand draaien om het goed vastzit-
ten tussen de punten te controleren.
Werkstuk markeren
Soms moet het werkstuk voor het afmaken uit de machine
gehaald worden.
Het is handig om van tevoren met een potlood op het werk-
stuk en op de meenemer een streepje aan te bren gen.
Bij opnieuw inspannen streepje op streepje zetten.
Vakliteratuur
De speciaalzaak biedt vakliteratuur over het draaien aan.
nederlandse 27