2
Trek de hendel van de mechanische deurvergrende-
ling omhoog om de ovendeur te openen met de mecha-
nische deurvergrendeling geïnstalleerd (C).
Nuttige aanwijzingen en tips
• Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetni-
veaus vanaf de bodem van het apparaat.
• Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht
circuleert en voor doorlopende recycling van stoom
zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel
te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de
gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd en het energiever-
bruik tot een minimum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de glazen deuren con-
denseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van
het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de
werking opent. Om de condens te verminderen, dient u
het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
• Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het
apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie als u
kookt. Dit kan de bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
Taarten bakken
• De beste temperatuur voor het bereiden van gebak is
tussen de 150 °C en 200 °C.
• Verwarm de oven ongeveer 10 minuten voor.
• Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de
ingestelde baktijd is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijk gebruikt, houd dan één
niveau vrij tussen de platen.
Koelventilator
C
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt de koelventila-
tor automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het
apparaat koel te houden. Als u het apparaat uitschakelt,
schakelt de koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door on-
juist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onder-
delen), heeft de oven een veiligheidsthermostaat die in-
dien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de tem-
peratuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
Vlees en vis bereiden
• Bereid geen vlees met een gewicht van minder dan 1
kg. Het bereiden van te kleine hoeveelheden maakt het
vlees droog.
• Om rood vlees aan de buitenkant goed gaar en toch
sappig te krijgen, dient u de temperatuur in te stellen
op 200 °C-250 °C.
• Voor wit vlees, gevogelte en vis dient u de temperatuur
tussen de 150°C-175°C in te stellen.
• Gebruik een lekbak voor zeer vet voedsel, om te voor-
komen dat er vlekken op de oven komen die mogelijk
permanent zijn.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u
het aansnijdt, zodat het vleesvocht niet wegloopt.
• Giet een beetje water in de lekbak om te veel rookvor-
ming in de oven te voorkomen tijdens roosteren. Om
rookcondensatie te voorkomen dient u telkens een
beetje water toe te voegen als dit opgedroogd is.
Bereidingstijden
Bereidingstijden zijn afhankelijk van het soort voedsel, de
structuur en het volume.
Houd de werking van de oven in de gaten tijdens de eerste
keren dat u het apparaat gebruikt. Op die manier ontdekt u
de beste instellingen (warmte-instelling, bereidingstijd
etc.) voor uw ovenschalen, recepten en hoeveelheden
wanneer u dit apparaat gebruikt.
7