7.2
Instellingen via de servicecode
De branderautomaat van het toestel is in de fabriek ingesteld volgens de parameters van § 7.
Deze parameters kunnen alleen met de servicecode gewijzigd worden. Ga als volgt te werk om het programmageheugen te activeren:
7.
Druk gelijktijdig op de service en reset toets, tot een
het temperatuurdisplay.
8.
Stel met de + en - toets
9.
Stel met de service toets de in te stellen parameter in op het service display.
10. Stel met de + en - toets de parameter in op de gewenste waarde (zichtbaar) op het
temperatuur display.
11. Druk, nadat alle gewenste veranderingen zijn ingegeven, de reset toets in totdat
het service display verschijnt.
De branderautomaat is nu opnieuw geprogrammeerd.
Opmerking
Door de aan/uit toets in te drukken gaat men uit het menu zonder de parameterwijzigingen op te slaan.
7.3
Parameters
Par. Instelling
0
Servicecode [15]
1
Installatietype
2
CV-pomp continue
3
Ingesteld maximaal CV vermogen
3.
Maximum capaciteit modulerende pomp
4
Ingesteld maximaal ww vermogen
5
Min.aanvoertemperatuur van de stooklijn
5.
Max. instelwaarde aanvoertemperatuur via
bedieningspaneel
6
Min.buitentemperatuur van de stooklijn
7
Max. buitentemperatuur van de stooklijn
8
CV-pomp nadraaitijd na CV bedrijf
9
CV-pomp nadraaitijd na boiler bedrijf
A
Stand driewegklep of afsluiter MIT
b
Booster
C
Stappenmodulatie
c
Minimum toerental tijdens CV bedrijf
c.
Minimum capaciteit modulerende pomp
d
Minimaal toerental tijdens ww bedrijf
E
Min. aanvoertemperatuur tijdens OT vraag
(OT = Open Therm thermostaat)
E .
OT reactie
F
Starttoerental CV
F.
Starttoerental WW
h
Max.toerental ventilator
ACV International
0
verschijnt op het service- en
15
(servicecode) in op het temperatuurdisplay.
Kompakt HR eco
24/28
-
0
0
70
80
99
25
90
-7
25
1
1
0
0
1
40
40
40
40
1
60
60
45
P
op
Beschrijving
30/36
-
Toegang tot installateurinstellingen. De servicecode moet
ingegeven worden (=15).
0
0=Kombi-Kompakt HR
1=Kompakt Solo HR + boiler
2=Kompakt Tap HR
3=Kompakt Solo HR
0
0=alleen pomp nadraaien
1=pomp continue actief
2=pomp continue actief met externe MITschakelaar
3= pomp continue actief met externe spaar schakelaar
70
Instelbereik ingestelde waarde parameter c tot 85%
80
Instelbereik ingestelde waarde parameter c. tot 100% (=99 + 1x+)
99
Instelbereik ingestelde waarde parameter d tot 100%(=99 + 1x+)
25
Instelbereik 10°C tot 25°C
90
Instelbereik 30°C tot 90°C
-7
Instelbereik -9°C tot 10°C
25
Instelbereik 10°C tot 30°C
1
Instelbereik 0 tot en met 15 minuten
1
Instelbereik 0 tot en met 15 minuten (n.v.t. voor Kombi toestel)
0
0=tijdens CV bedrijf bekrachtigd
1=tijdens ww bedrijf bekrachtigd
2=driewegklep in stand CV indien toestel niet in rust
3=zone regeling
0
0=uit
1=aan
1
0=stappenmodulatie tijdens CV bedrijf uit
1=stappenmodulatie tijdens CV bedrijf aan
40
Instelbereik 25 tot 50% (propaan = min. 40 %)
40
Instelbereik : 0, 15 tot ingestelde waarde parameter 3.
N.B. 0 = Niet toepasbaar voor toestellen met PWM
gestuurde modulerende pomp
40
Instelbereik 25 tot 50% (propaan = min. 40 %)
40
Instelbereik 10°C tot 60°C. Indien de OT thermostaat een aanvoer
temperatuur vraagt die lager is dan deze ingestelde waarde, dan zal
de warmtevraag niet beantwoord worden.
1
0=OT negeren indien < dan E
1=OT set begrenzen indien < dan E
2=OT aan-uit
50
Instelbereik 50 tot 99% van het ingestelde maximaal toerental.
50
Instelbereik 50 tot 99% van het ingestelde maximaal toerental
45
Instelbereik 40 tot 50. (40=4000t/min, 50=5000t/min) M.b.v. deze
parameter kan het maximaal toerental ingesteld worden.
36