Het kan nodig zijn de vacht in het gebied van de contactpunten bij te knippen.
Scheer de nek van de hond nooit; dit kan leiden tot uitslag of een infectie.
5. Controleer of de ontvangerhalsband niet te strak zit door een vinger tussen het uiteinde van een
contactpunt en de hals van het dier te steken. De halsband moet goed aanpassen, maar mag
niet hinderen (5B).
6. Laat uw hond een paar minuten wennen aan de ontvangerhalsband en controleer dan opnieuw of
hij nog goed vast zit. Doe dat nogmaals wanneer het dier helemaal gewend raakt aan
de ontvangerhalsband.
7. Knip de halsband als volgt bij (5C):
a. Markeer de gewenste lengte van de ontvangerhalsband met een pen. Laat voldoende ruimte
over als het dier nog niet volgroeid is of een dikke wintervacht krijgt.
b. Verwijder de ontvangerhalsband en knip het overtollige stuk eraf.
c. Voor u de ontvangerhalsband weer bij het dier aanbrengt, zorgt u er best voor dat het uiteinde
niet gaat rafelen door het even dicht te schroeien met een aansteker.
8. Plaats de batterij in de ontvangerhalsband.
De halsband opnieuw bevestigen
Randen
Schuifgesp
Door de schuifgesp gaat de halsband niet te los zitten
rond de nek van uw huisdier.
De randen moeten omhoog gericht zijn; de halsband
raakt los als hij niet goed is bevestigd.
www.petsafe.net
59