SKYLOTEC SUPER STRATIC 11.0 Instrucciones De Uso página 59

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41
3.) Gebruik:
De lijn mag alleen worden gebruikt met geteste en goedgekeurde
componenten. De statische lijn is toegestaan voor het volgende
gebruik:
voor afdalen
voor bescherming tijdens klimmen (bij korte val (met een
valfactor onder 0,3))
LET OP: Bij voorklimmen, bij vrij klimmen in met lijnonder-
steuning, bij redding en bij speleologie moeten dynamische
lijnen conform EN 892 worden gebruikt!
SPECIALE AANWIJZING: De compatibiliteit met andere onderdelen
die in combinatie met de kernmantel-lijn met geringe rek kunnen
worden gebruikt, moet worden gegarandeerd. Alle onderdelen van
het valbeveiligingssysteem moeten gecertificeerd zijn en voldoen
aan de relevante PBM-normen. Instelvoorzieningen van afdaalap-
paraten moeten worden aangepast aan de lijndiameter. Metalen
apparaten mogen geen scherpe randen of iets dergelijks hebben
die de lijn kunnen beschadigen. Raadpleeg voor meer informatie
de betreffende gebruiksaanwijzing van het product dat u voor dit
doel hebt gekocht.
LET OP: Lijnen van type B hebben lagere prestatie-eisen dan
lijnen van type A. De risico's door slijtage en sneden zijn
daarom groter en vereisen meer zorgvuldigheid van de
gebruiker. De mogelijkheid van een val van hoogte moet met
de grootste zorgvuldigheid worden geminimaliseerd. Voor
lijnondersteunde werkzaamheden of werkpositionering zijn
lijnen van type A daarom beter geschikt.
PBM mogen niet worden geplaatst op plaatsen met valgevaar
(3.2.12) Let er bij het gebruik van de lijn op dat deze niet wordt
beschadigd door scherpe randen, puntige of ruwe voorwerpen etc.
(3.1.1 + 3.1.3). Let er daarom altijd op dat de lijn vrij kan lopen.
De toestand van het product moet regelmatig worden gecontroleerd,
ook in combinatie met andere onderdelen van de uitrusting.
Eindverbindingen zoals splitsen, naden of persverbindingen mogen
alleen door de fabrikant worden aangebracht.
LET OP: Knopen in de lijn reduceren de breuklast (3.1.4).
De belastbaarheid en positie van het verankeringspunt (conform
EN 795), waarop de uitrusting wordt bevestigd, zijn van essentieel
belang voor uw veiligheid. De ondergrond waaraan dit
verankeringspunt wordt bevestigd en de aan te sluiten elementen
moeten de belasting kunnen weerstaan. Voor industriële
klimtoepassingen moet het verankeringspunt altijd een minimale
sterkte van 12 kN (1,2 t) hebben. De aanslagvoorziening mag
alleen worden gebruikt met persoonlijke valbeveiligingsvoorzieningen
en niet met hefwerktuigen. Het verankeringspunt moet zich zo
verticaal mogelijk boven de gebruiker bevinden. Als het
verankeringspunt zich onder het punt bevindt, bestaat bij een val
het risico dat lagere onderdelen geraakt worden!
59
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido