Algemene opmerkingen voor de montage :
Verwijder het isolatiemateriaal resp. de roestwerende laag aan de onderzijde van de wagen -indien
aangebracht- op de plaatsen waar de kogeltrekhaak met houder moet worden bevestigd. Blanke metalen
delen van het koetswerk behandelen met roestwerende verf voor montage.
De elektrische installatie 7 - polig overeenkomstig DINV 72570 monteren.
De elektrische installatie 13 - polig overeenkomstig ISO 11446 monteren.
Deze kogeltrekhaak met houder met inbegrip van de voor de montage geleverde onderdelen weegt 17,5 kg.
Wilt u er rekening mee houden, dat het eigen gewicht van het voertuig na het monteren van de trekhaak met
dit gewicht verhoogd is.
Alleen voor Nederland: Deze montagehandleiding dient in verband met het aanbrengen van de kogeltrekhaak met houder,
bij het onderzoek van het voertuig ten behoeve van de aanvulling/wijziging van het kentekenbewijs aan de met het onderzoek
belaste ambtenaar van de Rijksdienst voor het Wegverkeer ter inzage te worden overhandigd.
Leverbare vervangingsonderdelen van de kogeltrekhaak met houder
Onderdeelnr.
913 121 650 001
913 121 611 001
Pakket kogeltrekhaak met houder
Pos.
Benaming
1
Kogeltrekhaak met houder
2
Versteviging links
3
Versteviging rechts
4
Strip
5
Onderlegring 10,5 x 25 x 4
6
Moer M 10, kwaliteit 8
7
Bout M 12 x 1,5 x 70, kwaliteit 10.9
8
Montagehandleiding
Montagehandleiding:
1.)
Achterbumper demonteren.
2.)
In de bagageruimte de bekleding van de achterkant en van de zijkanten rechts en links
demonteren.
3.)
Reservewiel verwijderen.
4.)
Aan de onderkant van het voertuig op die plaatsen aan de uiteinden van de dwarsbalk, waar de
houder gemonteerd gaat worden, de roestwerende laag verwijderen.
5.)
Op de met centerpons aangeduide plaatsen gaten met ø 13 mm voorboren en tot
ø 18 mm vergroten.
6.)
De verstevigingen " 2 " en " 3 " vanuit de bagageruimte in de chassisbalken aanbrengen.
Opmerking: De verstevigingen zijn met R resp. L voor de rechter resp. linker kant gemerkt.
7.)
De strippen " 4 " bij de bevestigingspunten " b " aanbrengen en met onderlegringen
10,5 x 25 x 4 en moeren M 10 met de hand voormonteren.
8.)
Verstevigingen zo uitrichten, dat de bevestigingspunten " a " met de in het voertuig aangebrachte
gaten corresponderen.
9.)
De houder " 1 " met de bouten M 12 x 1,5 x 70 aan de bevestigingspunten " a " bevestigen.
10.) De houder uitrichten.
11.) Alle moeren resp. bouten met het opgegeven aanhaalmoment vastzetten.
Aanhaalmoment voor M10
Aanhaalmoment voor M12
12.) Alle gedemonteerde onderdelen weer aanbrengen.
Benaming
onderdelen, Pos. 4 - 8
VPE. Versteviging, Pos. 2 en 3
40 Nm
95 Nm
NL
Aantal
1
1
1
2
4
4
4
1
Wijzigingen voorbehouden.
9