Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Deze set bevat:
onderdeel
Uitlaatgastemperatuursensor
Voellichaam
Ring
Moer
Kabelschaft
Ring, massa-aansluiting
Kabelschoen
Isolator
Bandklem
Montagehandleiding
Montage van uitlaatgastemperatuursensor (1)
1.
Boor een gat met een diameter van 8 mm in de slang, ca.
100 mm onder de onderkant van de uitlaatslang.
nB! Boor het gat tussen de stalen spiralen in de slang.
2.
Verwijder de slang.
3.
Monteer het voellichaam (2) met een ring (3) in de slang.
Monteer de andere ring (3) en de moer (4). De ribbel in
de ring moet naar de slang zijn gekeerd. Haal de moer
goed aan. Monteer de uitlaatslang en de slangklemmen.
4.
Monteer de uitlaatgastemperatuursensor (1) in het
schroefdraadgat in het voellichaam en haal deze stevig
aan.
Aansluiting van kabelsc�a�t (5) MD22, TMD22,
TAMD22, TAMD31, TAMD41, KAMD43
5.
Sluit de contactdoos van de uitlaattemperatuursensor
aan samen met de kabelschaft. Haal de kabelschaft op
een geschikte wijze aan. Vermijd warme onderdelen, bij-
voorbeeld het turboaggregaat met aansluitende leidingen.
Gebruik de bandklemmen uit de set.
6.
Maak de bruin/witte kabel op de koelwatertemperatuur-
sensor los en sluit de bruin/witte kabel met de dubbele
kabelschoen aan op de uitlaattemperatuursensor. Zet
daarna de verwijderde bruin/witte kabel vast op de dub-
bele kabelschoen. De sensor is parallel geschakeld via
het alarm voor hoge koelwatertemperatuur.
Plus d'informations sur: www.dbmoteurs.fr
Aantal
positie
op a�b.
1
1
1
2
2
3
1
4
1
5
1
6
2
7
2
8
5
-
1
-
Aansluiting van zwarte kabel met ringkabelsc�oen
naar massa
7a MD22, TMD22, TAMD22
Sluit de massakabel aan met de bevestigingsschroef voor
het thermostaathuis.
Plaats de ring (6) helemaal onderaan.
7b TAMD31, TAMD41, KAMD43
Sluit de massakabel aan via de oliekoeler. Plaats de ring
(6) helemaal onderaan.
7c D1/D2 MDI
Verwijder de aanwezige kabelschoen op de AUX-aanslui-
ting.
Monteer de kabelschoen van de bekabeling (5) op de
AUX-aansluiting.
Sluit de kabelschoen die werd verwijderd aan op de extra
stift op de AUX-aansluiting.
Sluit de massakabel aan onder een van de schroeven die
de MDI-eenheid op zijn plaats houden.
Aansluiting van kabelsc�a�t (5) KAMD44, KAMD300
8.
Sluit de contactdoos van de uitlaattemperatuursensor
aan samen met de kabelschaft. Haal de kabelschaft op
een geschikte wijze aan. Vermijd warme onderdelen, bij-
voorbeeld het turboaggregaat met aansluitende leidingen.
Gebruik de bandklemmen uit de set.
9.
Monteer de ringkabelschoen op de B- van de dynamo
(maak de borgmoer los en monteer de ringkabelschoen
boen de aanwezige kabelschoen. Haal de borgmoer ste-
vig aan.
10.
Monteer een kabelschoen (7) op een witte kabel
(1,5mm2) met een passende isolator (8). Sluit de kabel-
schoen met de isolator aan op de dubbele kabelschoen
van de kabelschaft (5).
11.
Verplaats de witte kabel bij de aanwezige kabelschaft van
de motor naar het instrumentenpaneel met een bundelband.
12.
Monteer een alarmbordje (art.nr. 873609) op een geschikte
zichtbare plaats bij de overige instrumenten. Zie de mon-
tage-instructie voor het alarmbordje (publ. nr. 7736073).
13.
Monteer een kabelschoen (7) op de witte kabel met een
passende isolator (8). Sluit de stift van de witte kabel aan
vanaf het alarmbordje met de kabelschoen.
14.
Inspecteer de installatie. Zorg ervoor dat de kabels niet
uitsteken en in contact kunnen komen met bewegende
onderdelen.
