Product Aanpassen En Aanbrengen - Ottobock Malleo TriStep 50S8 Instrucciones De Uso

LET OP
Beschadiging door ongunstige omgevingscondities. Het product is
niet vlambestendig. Het mag niet worden gedragen in de buurt van open
vuur of andere hittebronnen.
Het product mag niet in aanraking komen met vet- of zuurhoudende mid-
delen, zalven en lotions.
1.5 Inhoud van de levering en constructie
De Malleo TriStep 50S8 enkelbandage is bij aflevering ingesteld op gebruik
in fase I. Het suède materiaal is gemaakt van huidvriendelijk polyamide.
De geïntegreerde kunststof voetschaal (polyethyleen) van de bandage
is anatomisch voorgevormd, maar kan zo nodig door de orthopedisch
instrumentmaker koud worden nagevormd. De individueel verstelbare klit-
tenbandsluitingen zijn tegen elkaar in aan de bandage bevestigd, zodat
de bandage goed op zijn plaats blijft zitten.
2 Toepassing
2 Keuze van de bandagemaat (afb. A)
Welke bandagemaat de juiste is, wordt bepaald door meting van de en-
kelomtrek.

2.2 Product aanpassen en aanbrengen

De eerste keer dat de Malleo TriStep 50S8 enkelbandage wordt aangepast
en gebruikt, dient dat te gebeuren door resp. onder begeleiding van een
persoon die daarvoor speciaal is opgeleid. Bij aflevering van de Malleo
TriStep moet worden gecontroleerd of deze goed om de voet zit.
Fase I – ontstekingsfase: Om de bandage te kunnen aanbrengen, maakt
u eerst de gekruiste banden en daarna de klittenbandsluitingen helemaal
open. Zo is gewaarborgd dat de patiënt de bandage gemakkelijk kan
aantrekken. Zet vervolgens de voet in de bandage (afb. 4) en sluit eerst
de middelste klittenbandsluiting. Leid hiervoor de band door de opening en
sluit de band (afb. 5). Sluit daarna de andere twee klittenbandsluitingen
(afb. 6). Breng vervolgens eerst de buitenste (laterale) gekruiste band (afb.
7) en daarna de binnenste (mediale) gekruiste band op zijn plaats (afb. 8).
Breng tot slot de pronatieband aan. Bevestig hiervoor eerst het onderstuk
van de band aan de bandage, zodat de voet met het bovenstuk in pronatie
kan worden getrokken (afb. 9).
Ottobock | 41