DE BOUGIE CONTROLEREN
– Gebruik alleen de bijgeleverde moersleutel om de bougie te verwijderen of te
monteren.
– De afstand tussen de twee elektroden van de bougie moet 0,6 tot 0,7 mm
(0,024 - 0,028 inch) bedragen. Als de afstand te groot of te klein is, moet u
deze aanpassen. Als de elektroden van de bougie verstopt of vervuild zijn,
moet u deze grondig schoonmaken of de bougie vervangen.
Plaats na controle de bougiekap goed terug, zoals aangegeven in de
afbeelding.
LET OP: Raak de bougiekap nooit aan terwijl de motor draait (gevaar van
elektrische schok door hoogspanning).
HET TANDWIELHUIS SMEREN
– Breng elke 30 uren smeervet (Shell Alvania 2 of gelijkwaardig) aan in het
tandwielhuis (1) via de smeeropening (2). (Origineel MAKITA-smeervet kan
worden aangeschaft bij uw MAKITA-dealer.)
HET BRANDSTOFFILTER SCHOONMAKEN
WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR
ONTBRANDBARE MATERIALEN
Controle-interval: Maandelijks (iedere 50 bedrijfsuren)
Zuigkop in brandstoftank
Controleer het brandstoffilter (1) regelmatig. Om het brandstoffilter te
controleren, volgt u de onderstaande stappen:
1. Verwijder de brandstofvuldop en tap de brandstof af totdat de brandstoftank
leeg is. Controleer de binnenkant van de brandstoftank op eventuele
vreemde stoffen. Als u iets vindt, verwijdert u dit.
2. Gebruik een draadhaak om de zuigkop uit de brandstofvulopening te
trekken.
3. Als het brandstoffilter enigszins verstopt is, maakt u het schoon. Om het
schoon te maken, schudt u het en tikt u ertegen in de brandstof. Om
beschadiging te voorkomen, knijpt u het niet uit en wrijft u er niet over. De
brandstof die is gebruikt voor het schoonmaken moet worden weggegooid
volgens de methode aangegeven in de regelgeving van uw land.
Als het brandstoffilter hard of ernstig verstopt is, vervangt u het.
4. Na het controleren, schoonmaken of vervangen, steekt u het brandstoffilter
op de brandstofslang (3) en zet u hem vast met behulp van de slangklem
(2). Duw het brandstoffilter helemaal naar de bodem van de brandstoftank.
Een verstopt of beschadigd brandstoffilter kan leiden tot onvoldoende
brandstoftoevoer en minder motorvermogen. Vervang het brandstoffilter
ten minste iedere drie maanden om verzekerd te zijn van een goede
brandstoftoevoer naar de carburateur.
0,6 mm t/m 0,7 mm
(0,024 - 0,028 inch)
103
(1)
(2)
(3)
(2)
(1)
(1)