Gasaansluiting; Rookgaskanalen; Service En Onderhoud - Cointra CPA 6 Instrucciones De Uso, Instalación Y Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1

2.5 Gasaansluiting

Controleer voorafgaand aan de
aansluiting of het apparaat ge-
schikt is voor werking met het
type beschikbare brandstof en
reinig alle leidingen van de in-
stallatie zorgvuldig om moge-
lijke elementen, die de werking
van het apparaat kunnen aan-
tasten, te verwijderen. Voer de
aansluiting uit volgens de afme-
tingen en de kenmerken aange-
geven onder punt 4.1.
1 De aansluiting van het gas moet gebeuren op de
betreffende aansluiting (zie punt 4.2), in overeenstem-
ming met de geldende regelgeving.
2 Breng de aansluiting tot stand met een starre metalen
buis (voor het gasnet), of een continue roestvrijstalen
slang op de muur (LPG-installatie), en plaats een gas-
kraan tussen de installatie en de geiser (ZO DICHT
MOGELIJK BIJ HET APPARAAT)
3 Controleer aan het einde of alle gasaansluitingen gas-
dicht zijn. Voer daarom een test van de dichtheid uit
en laat de gastoevoerkraan gesloten om schade aan
het apparaat door overdruk te voorkomen.
4 Controleer of de druk en het afgegeven debiet over-
eenkomen met de voor het apparaat aangegeven
verbruikswaarden. Zie de tabel met de technische
gegevens, punt 4.5
Let bij gebruik van een (goed-
gekeurde) slang voor GPL
vooral op de volgende aspec-
ten:
• Controleer of de slang voldoet aan de toepasselijke
regelgeving.
• Vermijd gebieden waar er sprake is van warmteafgifte.
• Buig de slang niet en voorkom beknelling.
• De aansluitingen aan beide zijden (gaskraan en an-
dere onderdelen) moeten voldoen aan de nationale
regelgeving.
104
NL

2.6 Rookgaskanalen

De verbindingsleiding op het rookkanaal moet een diameter heb-
ben die niet kleiner mag zijn dan de diameter van de aansluiting
op de trekonderbreker. Vanaf de trekonderbreker moet de leiding
een verticaal stuk hebben van ten minste een halve meter. De
dimensionering en de plaatsing van de rookkanalen en de ver-
bindingsleiding moeten voldoen aan de geldende regelgeving.
2.6.1 VEILIGHEIDSVOORZIENING VOOR ROOK-
GASAFVOER (thermostaat rookgassen)
• De op de geiser aanwezige veiligheidsvoorziening ga-
randeert de correcte rookgasafvoer; DE WERKING
VAN DE VEILIGHEIDSVOORZIENING MAG DER-
HALVE NIET WORDEN GEDEACTIVEERD EN ER
MOGEN GEEN WERKZAAMHEDEN OP WORDEN
UITGEVOERD.
• Als de veiligheidsvoorziening bij inschakeling van de
geiser in werking treedt, moet de uitgang van de ver-
brande rookgassen worden gecontroleerd met een
koude spiegel of een ander daarvoor goedgekeurd
meetapparaat.
• Gebruik bij een defect alleen originele onderdelen,
omdat de veiligheidsvoorziening anders mogelijk niet
correct werkt.
• De rookgasthermostaat moet door deskundige mon-
teurs worden vervangen, die als volgt te werk moeten
gaan:
- Demonteer de defecte rookgasthermostaat door de
- Monteer een nieuwe originele thermostaat.
- Bevestig de rookgasthermostaat op zijn zitting, zon-
- Controleer de juiste werking.
Vergeet niet om in de ruimte
van installatie van de geiser
een opening voor luchtinlaat te
voorzien (zoals voorgeschreven
door de geldende regelgeving).
Als de bovenstaande aanwijzin-
gen niet worden nageleefd, kan
er sprake zijn van verstikkings-
of vergiftigingsgevaar door vrij-
komende dampen

3 SERVICE EN ONDERHOUD

Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen,
inwerkingstelling en periodieke controles betreffen, mogen uit-
cod. 3541S050 - Rev. 01 - 07/2019
twee bevestigingsschroeven los te draaien.
der de schroeven te forceren.
CPA

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Cpa 14Cpa 11

Tabla de contenido