3. Het binnenapparaat installeren
1
2
4
5
Fig. 3-1
H
C
E
B
A
C
E
D
Fig. 3-3
3
G
F
D
B
100
A
K
I
J
Fig. 3-2
A Mof
B Gat
C (Binnenkant)
D Muur
E (Buitenkant)
3.1. Controleer de accessoires voor het
binnenapparaat (Fig. 3-1)
De volgende accessoires horen bij het binnenapparaat te zijn meegeleverd.
ONDERDEELNUMMER
ACCESSOIRE
1
Ophangplaat
Zelftappende schroef
2
4
35
3
Viltband
4
Houder
5
Bufferblok
3.2. De muurbevestigingsmal aanbrengen
3.2.1. De muurbevestigingsmal aanbrengen en de plaats van de
pijpen bepalen
Bepaal met behulp van de muurbevestigingsmal de plaats waar het
geboord moeten worden.
Waarschuwing:
Neem contact op met de eigenaar van het gebouw voordat u gaten in de
muur gaat boren.
A Ophangplaat 1
B Binnenunit
C Pijpopening linksonder achter (ø65)
D Pijpopening rechtsonder achter (ø65)
E Doordrukopening voor bevestigingsplaats linksonder achter (70 × 310)
F Opening voor bout (4-ø9)
G Midden van unit (ø2,5)
H Tapgat (77-ø5,1)
I Midden gat
J Zet de schaal op de lijn.
K Schaal invoegen.
3.2.2. Het gat voor de pijpleiding boren (Fig. 3-3)
in de richting van de pijpen.
lager is dan het gat aan de binnenkant.
Opmerking:
Het gat moet enigszins aflopen omdat de afvoer hierdoor beter verloopt.
HOEVEELHEID
PLAATS
32, 40, 50
1
12
Aan de achterkant
van het apparaat
3
bevestigen
3
1
33