64 | Nederlands
Meetfuncties
Meetwaarde vastleggen/overbrengen (zie afbeelding D)
Met de toets Hold/Copy (22) kunnen 2 functies worden gere-
geld:
– vastleggen (Hold) van een meetwaarde, ook wanneer het
meetgereedschap later wordt bewogen (bijv. omdat het
meetgereedschap zich in een positie bevindt waarin het dis-
play slecht kan worden afgelezen);
– overbrengen (Copy) van een meetwaarde.
Functie Hold:
– Druk kort op de toets Hold/Copy (22). De huidige meet-
waarde (d) wordt op het display vastgelegd en opgeslagen,
de indicator H knippert.
– Druk opnieuw op de toets Hold/Copy (22) om de functie
Hold te beëindigen. De opgeslagen waarde wordt gewist. De
normale meting wordt voortgezet.
Functie Copy:
– Druk lang op de toets Hold/Copy (22). De huidige meet-
waarde (d) en de indicator H knipperen.
– Zolang de meetwaarde knippert (3 seconden), kan de meet-
waarde worden bijgesteld. Door op de toets voor maateen-
heid wisselen (20) te drukken kan de waarde verhoogd en
door op de toets Cal (21) te drukken kan de waarde verlaagd
worden.
– Als de meetwaarde niet wordt gecorrigeerd, knippert deze
3 seconden, wordt daarna opgeslagen en gaat dan over naar
de huidige meting. De indicator H verschijnt permanent op
het display.
– Om de gekopieerde waarde op te vragen, drukt u opnieuw
kort op de toets Hold/Copy (22).
– Leg het meetgereedschap op de doellocatie aan waarnaar de
meetwaarde moet worden overgebracht. Het uitlijnen van het
meetgereedschap is daarbij onbelangrijk. De uitlijnhulpmid-
delen (a) geven de richting aan waarin het meetgereedschap
moet worden bewogen om de te kopiëren helling te bereiken.
Bij het bereiken van de opgeslagen helling is een geluidssig-
naal te horen, de uitlijnhulpmiddelen (a) verdwijnen.
– Druk opnieuw kort op de toets Hold/Copy (22) om terug te
keren naar de normale meting. De indicator H verschijnt per-
manent op het display.
– Druk lang op de toets Hold/Copy (22) om een nieuwe waar-
de op te slaan.
– Om een Hold-waarde te wissen, drukt u kort op de aan/uit-
toets (19).
Nulpunt wijzigen
Om schuintes (bijv. 45°) gemakkelijker te controleren, kunt u
het nulpunt van de meting wijzigen.
Lijn het meetgereedschap, bijv. door het tegen een referentie-
werkstuk te leggen, zodanig uit dat het gewenste nieuwe nul-
punt als meetwaarde verschijnt (bijv. 45,1°). Druk op de toets
Alt 0° (18). De meetwaarde (d) en de aanduiding gewijzigd nul-
punt (e) knipperen.
Grof gemeten waarden kunt u corrigeren zolang de meetwaar-
de (d) knippert: druk op de toets aanduidingswaarde verho-
gen (20) om de opgeslagen meetwaarde te verhogen, de toets
aanduidingswaarde verlagen (21) om deze te verlagen (bijv. van
45,1° naar 45,0°). 3 s nadat voor de laatste keer op een toets
werd gedrukt, wordt de weergegeven hellingwaarde als nieuwe
referentiewaarde opgeslagen.
In de meetaanduiding (d) verschijnt de huidige meetwaarde ge-
relateerd aan het nieuwe nulpunt, ook de uitlijnhulpmiddelen en
geluidssignalen hebben betrekking op het nieuwe nulpunt. Voor-
beeld: bij een helling van 43,8° ten opzichte van de horizontale
lijn en een opgeslagen nulpunt van 45° wordt 1,2° als meetwaar-
de aangegeven.
Om terug te keren naar het standaard nulpunt 0°, drukt u kort op
de aan/uit-toets (19). De Hold-waarde wordt daarbij eveneens
gewist.
Hoeken contactloos meten/overbrengen
Met de laser kunt u hoeken contactloos meten of overbrengen,
ook over grote afstanden.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf
u
niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand.
Gebruik altijd alleen het midden van de laserpunt voor
u
het markeren. De grootte van de laserpunt verandert met de
afstand.
Voor het meten van hellingen lijnt u het meetgereedschap zoda-
nig uit dat de laserstraal langs het te meten vlak loopt. Voor het
overbrengen van hellingen lijnt u het meetgereedschap zodanig
1 609 92A 58J | (29.11.2019)
Bosch Power Tools