Aansluiting op het stroomnet (afb. 3)
Steek het snoer in de stekker van het apparaat en bevei-
lig het met de snoerklem (4) zoals in afb. 3 weergegeven.
Inschakelen (afb. 4)
• Druk met uw duim op de vergrendelknop (I) aan de
rechterkant van de handgreep en druk tegelijk op de
werkschakelaar (II).
• De vergrendelknop (I) dient alleen voor het vrijgeven
van het inschakelen en hoeft na het inschakelen niet
ingedrukt te worden gehouden.
• Voor het uitschakelen de schakelaars (II) weer loslaten.
Let op: Bij deze procedure wordt de motor mechanisch
afgeremd.
Tips
• Houd het apparaat bij het inschakelen goed vast.
• De tanden trekken het apparaat bij de werkzaamhe-
den naar voren; oefen druk uit op de geleidesteel en
laat de tanden langzaam neer.
• Indien de motorhakfrees zo diep graaft, dat ze niet
meer van plaats kan veranderen, beweegt u het ap-
paraat lichtjes van de ene naar de andere zijde opdat
ze opnieuw voorwaarts beweegt.
• Ter voorbereiding van zaaibedden raden wij het
gebruik van één van de freesmodellen uit afbeelding
5 aan.
• Freesmodel A – voer twee freesgangen over de te
behandelen oppervlakte door, de tweede gang in een
rechte hoek tot de eerste.
• Freesmodel B – voer twee freesgangen over de te be-
handelen oppervlakte door, waarbij de tweede gang
de eerste moet overlappen.
• Let er in het bijzonder bij het achteruitgaan en het
trekken van de motorhakfrees op dat u niet struikelt.
• Laat de tanden steeds met het hoogste toerental in
werking; let er bij de werkzaamheden op dat u het
apparaat niet overbelast.
• Breng de motorhakfrees nooit over het verleng-
snoer; zorg er beslist voor dat het snoer zich in een
veilige positie achter u bevindt.
• Neem bij de werkzaamheden op een helling steeds
een positie diagonaal op de helling in en let op een
vaste, veilige stand. Werk niet op extreem steile hel-
lingen.
Transport
Opgepast! Vooraleer het apparaat te transporte-
ren, de motor uitschakelen.
De tanden en het apparaat zelf kunnen beschadigen
wanneer u het apparaat met uitgeschakelde motor bijv.
over een harde ondergrond beweegt. Zorg ervoor dat de
tanden de grond niet raken. Gebruik voor het transport
van de hak het transportwiel. Monteer de hakstaart daar-
voor zoals te zien op afb. 2c.
Onderhoud en bewaring
Verbreek het apparaat van de stroomvoorzie-
ning vooraleer onderhoudswerkzaamheden uit
te voeren – trek hiervoor de apparaatstekker uit
het verlengsnoer.
Tanden van vreemde voorwerpen ontdoen
Tijdens de werking kunnen er stenen of wortels in de
tanden geraken. Eveneens kan er zich hoog gras of
onkruid rond de tandenas wikkelen.
Laat voor de reiniging van de tanden de inschakelhef-
boom los. Trek de netstekker van de motorhakfrees uit
en verwijder al de vreemde voorwerpen van de tanden
en van de tandenas.
Om gras en onkruid gemakkelijker van de tandenas te
verwijderen, kunt u één of meerdere tanden van de tan-
denas verwijderen. Hiervoor verwijzen wij naar de in het
handboek vermelde paragraaf „Tanden demonteren en
monteren".
Telkens vóór gebruik van het apparaat
• Controleer de aansluitkabel op verschijnselen van be-
schadiging en veroudering (slijtage). Wissel de kabel
uit indien de kabel scheuren vertoont, gebroken of op
een andere manier beschadigd is.
• Kijk de toestand van de freescilinder na en overtuig
u ervan dat alle schroefverbindingen vast aangetrok-
ken zijn.
• Indien de tanden stomp zijn, brengt u het apparaat
eventueel naar een professioneel atelier om te laten
herstellen.
Eén keer per seizoen
• De tanden en de as met olie smeren.
• Laat het apparaat op het einde van het seizoen in een
professioneel atelier controleren en onderhouden.
Reiniging
Opgepast! Reinig het apparaat telkens na ge-
bruik. Indien het apparaat niet zoals reglemen-
tair voorgeschreven netjes gehouden wordt,
kan dit tot schade aan het apparaat of tot een
verkeerde werking leiden.
Waarschuwing! Bij werkzaamheden aan de
tanden bestaat er gevaar voor verwondingen.
Draag beschermende handschoenen.
Reinig het apparaat zoveel mogelijk vlak na uw werk-
zaamheden met het apparaat.
• Reinig de onderzijde van de behuizing rond de tanden
en ook de spatlap en de beschermende afdekking
met een borstel en een met mild zeepsop natgemaakt
doekje. Het apparaat nooit met water schoonspui-
ten!
• Gebruik voor de verwijdering van aarde en vuil van de
tanden en het aandrijfmechanisme een ruwe borstel
of een vochtig doekje.
• Reinig de luchtopeningen, verwijder gras- of vuil-
resten.
• Veeg de tanden en de as na de reiniging droog en
breng een dunne laag olie aan.
Demontage en montage van de tanden (afbeelding 6)
Versleten tanden leiden tot een slecht arbeidsresultaat
en bevorderen een overbelasting van de motor.
NL-4