NL
Statusweergaven op de oplader (06)
De led (06/1) op de lader duidt de laadconditie
van de accu en de bedrijfstoestand van de lader
aan. De symbolen (06/2) op de oplader verduide-
lijken deze condities:
Sym-
LED en laadtoestand
bool
Led brandt groen: Accu is volledig
opgeladen.
Led knippert groen: Accu laadt op.
Led brandt rood: Er bevindt zich
geen accu in de oplader.
Led knippert rood: Accu is te warm
en wordt daarom niet opgeladen.
5.3
Laadtoestand van de batterij vaststellen
(07)
Aan de voorzijde van de accu bevindt zich een
bedieningspaneel met een druktoets (07/1) en
laadtoestand-leds (07/2 tot 07/5).
1. De drukknop (07/1) indrukken. De laadtoe-
stand-leds branden op basis van de laadtoe-
stand.
2. Lees de laadtoestand af, zie paragraaf
"Laadtoestand-leds op de accu".
Weergave laadtoestand
Leds
Acculaadtoestand
Groen
Accu is volledig geladen, dus
(05/2)
voor 100 %.
Groen
Accu is voor meer dan 50 % ge-
(05/3, 05/4)
laden.
Groen
Accu is voor minder dan 50 %
(05/4)
geladen.
Rood (05/5) Accu is volledig ontladen of accu
is oververhit/onderkoeld.
66
5.4
Accu plaatsen en verwijderen (08)
LET OP!
Beschadigingsgevaar
van de accu
Als de accu na gebruik in
het apparaat blijft zitten
kan dit een beschadiging
van de accu veroorzaken.
■
Trek de accu direct na
gebruik uit het apparaat
en bewaar hem be-
schermd tegen vorst.
■
Plaats de accu pas
weer voor het begin van
de werking.
Accu plaatsen
1. Afdekking (08/1) van de accuschacht openen
(08/a).
2. Accu van bovenaf in de accuschacht (08/2)
schuiven totdat deze vastklikt (08/b).
3. Afdekking van de accuschacht sluiten.
Accu uittrekken
1. Ontgrendelingsknop op de accu indrukken en
vasthouden.
2. Accu eruit trekken.
5.5
Voeding in- en uitschakelen (09)
Met de sleutelschakelaar aan de accuschacht
kan de voeding van het hele apparaat in- en uit-
geschakeld worden.
Ingebruikname
SF 4036