OPMERKING
De
oplaadtijd
hangt
omgevingstemperatuur
stroombron.
<UC18YML2>
Vooral bij gebruik van de 12 V gelijkstroom van een
auto-accu als stroombron kan het opladen bij hogere
temperaturen langer duren.
4. Haal de stekker van de acculader uit het stopcontact
of de sigarettenaansteker.
5. Houd de acculader stevig vast en trek de accu eruit.
OPMERKING
U moet de accu na het laden uit de acculader halen en
op een veilige plek bewaren.
LET OP
○ Als de accu wordt opgeladen terwijl deze warm is
omdat de accu langere tijd op een plaats lag die werd
blootgesteld aan direct zonlicht of omdat de accu zojuist
is gebruikt, kan het controlelampje van de acculader
groen gaan branden of 1 seconde lang oplichten, dan
0,5 seconde niet oplichten (0,5 seconde uit). In dat
geval moet u de accu eerst laten afkoelen voordat u met
opladen begint.
○ Wanneer het controlelampje rood fl ikkert (elke 0,2
seconde), moet u controleren of er verontreinigingen
zijn in de accu-aansluiting van de acculader en
deze verwijderen als dat het geval is. Als er geen
verontreinigingen zijn, is het mogelijk dat de accu of de
acculader defect is. Breng deze dan naar een offi cieel
servicecentrum.
○ Aangezien de ingebouwde microcomputer ongeveer
3 seconden nodig heeft om vast te stellen dat de accu
die met de acculader wordt opgeladen eruit is genomen,
moet u minimaal 3 seconden wachten voordat u de
accu opnieuw in de acculader plaatst om het opladen
te hervatten. Als u de accu terugplaatst voordat er 3
seconden zijn verstreken, is het mogelijk dat de accu niet
juist wordt opgeladen.
○ Controleer het voltage van de stroombron in de auto
wanneer het controlelampje groen blijft fl ikkeren (elke
0,2 seconde). (UC18YML2)
Als het voltage 12 V of lager is, dan geeft dat aan dat de
auto-accu leeg raakt en dat opladen niet mogelijk is.
○ Als het lampje niet rood knippert (1 keer per seconde)
hoewel het snoer van de acculader of de stekker voor
de sigarettenaansteker goed is aangesloten, dan is
misschien de beveiliging van de acculader in werking
getreden.
Haal dekker uit het stopcontact of uit de aansteker,
wacht ongeveer 30 seconden en doe de stekker dan
weer terug. Als het controlelampje nu nog niet rood gaat
knipperen (1 keer per seconde), moet u de lader naar
een bevoegd servicecentrum van Hitachi brengen.
MONTAGE EN GEBRUIK
Handeling
Verwijderen en aanbrengen van
de accu
Opladen
Veranderen van de instelling van
het aantrekkoppel
Selecteren van de boorstand
mede
af
van
en
het
voltage
van
Afbeelding Bladzijde
1
171
2
171
3
171
4
171
Veranderen van de draaisnelheid
de
de
Verwijderen en aanbrengen van
de haak
Indicator resterende acculading
Gebruiken van het led-lampje
Monteren van bitjes
Omkeren van de draairichting
Bedienen van de
hoofdschakelaar
Controleren en vervangen van
koolborstels
Selecteren van accessoires
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspectie van het gereedschap
Omdat gebruik van een botte boor de prestaties
verslechtert en kan leiden tot storingen aan de motor,
moet u de boor slijpen of vervangen zodra u merkt dat
deze versleten is.
2. Inspectie van bevestigingsschroeven
Controleer alle bevestigingsschroeven regelmatig en
zorg ervoor dat ze goed aangedraaid zijn. Draai los
zittende schroeven onmiddellijk vast. Doet u dit niet, dan
kunnen ernstige gevaren het gevolg zijn.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hart" van het elektrisch
gereedschap. Let er daarom goed op dat de wikkeling
niet beschadigd raakt en/of nat wordt met olie of water.
4. Inspectie van de koolborstels (Afb. 12)
In de motor worden koolborstels gebruikt, die
onderhevig zijn aan slijtage. Omdat een te ver versleten
koolborstel kan leiden tot problemen met de motor, dient
u de koolborstel te vervangen door een nieuwe wanneer
deze tot aan of tot bij de „slijtagelimiet" ⓐ versleten
is. Bovendien moeten de koolborstels altijd schoon
gehouden worden en zich vrij in de borstelhouders
kunnen bewegen.
OPMERKING
Wanneer u de koolborstel vervangt, moet u de Hitachi
koolborstel met codenummer 999054 gebruiken.
5. Vervangen van koolborstels
Neem de koolborstel uit door eerst de kap van de borstel
te verwijderen en vervolgens een schroevendraaier of iets
dergelijks in het uitsteeksel van de koolborstel te haken.
Bij het monteren van de koolborstel moet u de richting
zo kiezen dat de uitstekende lip ⓑ van de koolborstel
overeenkomt met het contactgedeelte ⓒ van de borstelbuis.
Duw de koolborstel vervolgens naar binnen met uw vinger.
Doe vervolgens de kap van de borstel weer terug.
LET OP
U moet echt de uitstekende lip van de koolborstel in het
contactgedeelte van de borstelbuis passen. (Het maakt
niet uit welke van de twee uitstekende lippen u gebruikt.)
U moet hier goed op letten, want een eventuele fout
hiermee kan resulteren in een vervorming van de
uitstekende lip van de koolborstel en kan in een vroeg
stadium problemen met de motor veroorzaken.
6. Reinigen van de behuizing
Wanneer de boor-schroefmachine vuil is, veegt u deze af
met een zachte, droge doek of een doek bevochtigd met
een zeepsopje. Gebruik geen chemische middelen zoals
chloor, of vloeistoff en zoals benzine of verfverdunner,
want deze kunnen het plastic vervormen of zelfs smelten.
35
Nederlands
5
171
6
171
7
172
8
172
9
172
10
172
11
172
12
172
―
173