4 Werkwijze
4.1 Opbouw
4.1.1 Aanbrengen en verwijderen van de voetovertrek
LET OP
Beschadiging door verkeerd gebruik
De voet is ontwikkeld voor gebruik met een voetovertrek. Wanneer de voetovertrek vaak van de
voet wordt afgehaald en weer wordt aangebracht, kunnen de carbon elemenenten beschadigd
raken. Daarom dient dit zo min mogelijk te gebeuren.
LET OP
Beschadiging door verkeerde montage van de voetovertrek.
Gebruik voor de montage en demontage geen schroevendraaier, omdat de carbon elementen
en/of de voetovertrek hierdoor beschadigd kunnen raken. Otto Bock adviseert voor het aan-
brengen/verwijderen van de voetovertrek het gereedschap (toebehoren) 2C100 te gebruiken.
LET OP
Beschadiging door verkeerd gebruik
De binnenkant van de voetovertrek mag niet worden bestoven met talkpoeder, omdat de voet
daardoor sneller slijt. Om te smeren, kunt u eventueel siliconenspray gebruiken. Vervang de
voetovertrek, wanneer deze beschadigd is of slijtageverschijnselen vertoont.
Voet in de voetovertrek plaatsen:
• Monteer de buisadapter aan de prothesevoet, voordat u de voet in de voetovertrek plaatst. De
daaropvolgende handelingen gaan dan veel gemakkelijker.
• Gebruik het Otto Bock werktuig 2C100 om de carbon voet in de voetovertrek te plaatsen.
• Zorg ervoor dat de hak van de polymeer-basisveer goed vastklikt in de hielvatting van de
voetovertrek.
Voetovertrek verwijderen:
• Om de voetovertrek te verwijderen, plaatst u het werktuig 2C100 onder de hak van de polymeer-
basisveer, die is vastgeklikt onder de hielvatting in het achterste gedeelte van de voetovertrek,
en wipt u de hak uit de overtrek. U kunt de voet dan uit de voetovertrek halen.
4.1.2 Basisopbouw (voet met voetovertrek)
Aanbevelingen voor de basisopbouw (voet met voetovertrek):
Voetlengte (cm)
21–22
23–24
25–26
27–28
29–30
Midden voet voor op-
bouwlijn
36 mm
39 mm
43 mm
46 mm
49 mm
Hakhoogte (mm)
smal
15
15
15
15 (alleen 27)
–
normaal
–
10 (alleen 24)
10
10
10
71