10.5.3 Bedrijfsuren/
Intelligente verwarming
De W10 en W12 zijn uitgerust
met een intelli gent verwarmings-
systeem voor het water dat maxi-
maal 50 % meer energie bespaart
dan een traditionele door een
thermostaat bestuurde verwar-
ming. Voer de tijd in wanneer de
machine gereed moet zijn voor
het wassen in de ochtend, de tijd
wanneer de machine in de mid-
dag niet meer wordt gebruikt en
op welke weekdagen het schema
actief moet zijn.
De machine zal dan automatisch
op tijd het verwarmen van het
water starten, zodat deze op de
gewenste temperatuur is op de
"STARTTIJD". De machine is stan-
daard ingesteld op 7:00-16:00
h, MAA-VRIJ. Dit betekent dat
het water binnen deze uren op
bedrijfstemperatuur zal zijn.
Wanneer het intelligente verwar-
mingssysteem om een bepaalde
reden niet gewenst is, stelt u het
tijdschema in op 00:00-00:00
h, MAA-ZON en de verwarming
zal het water 24 uur per dag,
7 dagen per week warm houden.
10.5.4 Watertemperatuur/
verwarming
De watertemperatuur is instelbaar
tussen 30-50 °C.
De verwarming kan ook worden
uitgeschakeld door de tempera-
tuur te verlagen totdat OFF op
het LCD verschijnt.
De fabrieksinstelling van de
watertemperatuur is 45 ºC.
Deze waarde mag NIET verhoogd
worden aangezien het water dan
te heet zal zijn en er gevaar voor
brandwonden kan ontstaan.
230312-NL rev.5 2016-09-21
W10 & W12
10.5.5 Tijd
Het is van belang dat de tijd en
de dag van de week correct is,
aangezien diverse functies in de
interface er afhankelijk van zijn.
10.5.6 Fabrieks-reset
Gebruik dit om de machine te
resetten naar de standaardinstel-
ling van de fabriek.
Indien u het menu per ongeluk
hebt geopend, drukt u eenvoudig
op terug of gebruikt u de STOP-
toets.
10.5.7 Versie/model
Toont welke versie van de software
(SW) en hardware (HW) de machine
gebruikt.
10.5.8 Zelftest
Met de zelftest is het mogelijk
om elke functie individueel in
de machine te laten draaien.
Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt
wanneer er nieuwe opties worden
geïnstalleerd, om te beoordelen
dat ze correct werken. Deze kan
ook worden gebruikt voor proble-
men oplossen aan de machine.
De zelftest dient uitsluitend te
worden gebruikt door bevoegd
personeel.
10.5.9 Alarm-logbestand
Het alarm-logbestand slaat alle
foutcodes op. De foutmeldingen
worden op het LCD weergege-
ven wanneer ze optreden. Deze
foutcodes worden opgeslagen
in een alarm-logbestand, welk
u weer kunt openen en de soort
foutcode kunt inzien, hoeveel
dagen geleden en op welk tijdstip
hij optrad.
Zie hoofdstuk 19, Problemen
oplossen voor een lijst met
foutcodes.
71