244 NL – R5 Beknopte installatiegids
Kies de vermogenskabels
Dimensioneer de vermogenskabels volgens de plaatselijke regelgeving om de
nominale stroom te voeren die gegeven is op het typeplaatje van uw omvormer.
Zorg voor de koeling
R0-
R4
Zie tabel
I IEC, UN = 400 V
R5
op pagina 171) voor de warmteverliezen. Het toegestane bedrijfstemperatuurbereik
van de omvormer is -15 tot +50 °C (+5 tot +122 °F). Er is geen condensatie of vorst
R6-
toegestaan. Voor meer informatie over de omgevingstemperatuur en derating, zie het
R9
hoofdstuk Technische gegevens in ACH580-01 (0,75 tot 250 kW) Hardwarehandleiding
(3AXD50000044854).
Beveilig de omvormer en de voedingskabel
EN
Zie tabellen
III gC
DA
op pagina 172) voor de zekeringen.
Controleer, bij gebruik van gG-zekeringen, dat de responstijd van de zekering onder
DE
de 0,5 seconden ligt. Volg de plaatselijke bepalingen.
ES
Installeer de omvormer aan de wand
FI
Zie figuur
R5 Figures A
FR
Controleer de isolatie van de vermogenskabels en de motor
IT
Controleer de isolatie van de ingangskabel volgens plaatselijke regelgeving alvorens
deze aan te sluiten op de omvormer.
NL
Zie figuur
B
op pagina 407.
PL
1. Controleer de isolatie van de motorkabel en motor wanneer de kabel losgekoppeld
is van de omvormer. Meet de isolatieweerstand tussen elke fasegeleider en daarna
PT
tussen elke fasegeleider en de veiligheidsaardegeleider door een meetspanning
van 1000 V DC te gebruiken. De isolatieweerstand van een typische motor moet
RU
hoger zijn dan 100 Mohm (referentiewaarde bij 25 °C of 77 °F). Voor de
isolatieweerstand van motors moet u de instructies van de fabrikant raadplegen.
SV
Opmerking: Vocht in de motorbehuizing zal de isolatieweerstand verlagen. Als u
vocht vermoedt, moet u de motor drogen en de meting herhalen.
TR
ZH
op pagina
(op pagina 171) en
IV uR or aR
op pagina 407.
171
(Noord-Amerika: tabel
(op pagina 171); (UL: tabel
II IEC, UN = 400 V
V UL